Informatievoorziening aan het parlement

Banner - Informatievoorziening aan het Parlement

© Tweede Kamer der Staten-Generaal

Informatievoorziening aan het Parlement

Het kabinet heeft de afgelopen jaren uitgebreid met de beide Kamers van gedachten gewisseld over de informatievoorziening over EU-onderwerpen. Het kabinet acht een optimale informatievoorziening van het parlement van groot belang. Dit is immers onmisbaar voor een goede uitoefening van de controlerende taak van het parlement en geldt nog meer wanneer één van beide Kamers kenbaar heeft gemaakt een bijzonder politiek belang aan een specifiek dossier toe te kennen.

Op deze pagina:

Inleiding

De informatieafspraken met de Tweede Kamer zijn gericht op een doeltreffende informatiepositie die past bij het Nederlandse parlementair systeem en gelden onverkort voor de Eerste Kamer (zie Kamerstukken 21 112, nr. 1198, nr. 1290, nr. 1357nr. 1366, nr. 1548, nr. 1876, nr. 1985, nr. 2232, nr. 2274, nr. 2330, nr. 2661, nr. 2461, Kamerstuk 23 987, nr. 186, Kamerstuk 35 000 VII, nr. 38 en Kamerstuk 34 648 E). Zie ook de Kamerbrief over de EU-afspraken inzake informatievoorziening aan de Tweede Kamer en het overzicht van de afspraken over de informatievoorziening van het kabinet aan de Tweede Kamer over Europese dossiers en onderhandelingen (Kamerstuk 21 112, nr. IA)

Hieronder heeft het ECER de afspraken op een rij gezet. De afspraken zijn voor alle departementen van belang.

Naar boven

Informatie over wetgevingsvoorstellen van de EU

  • Het Nederlandse kabinet neemt tot uitgangspunt om beide Kamers actief te informeren over de beleidsvoornemens, wetgevings- en andere voorstellen van de Europese Commissie.
  • Beide Kamers ontvangen een afschrift van de door het kabinet beantwoorde consultaties. Het kabinet stuurt tenminste dertig dagen voor het verstrijken van de reactietermijn bij de Europese Commissie het concept van zijn reactie op groen- en witboeken. Ook de definitieve reactie wordt in afschrift aan de Kamer gezonden. Het kabinet stuurt daarnaast de Kamer de reactie op van alle overige consultaties van de Europese Commissie waarop het kabinet reageert.
  • Over de wetgevings- en andere voorstellen van de Europese Commissie informeert het kabinet de beide Kamers in de regel via het BNC-fiche.
  • Het sjabloon en de onderwerpen waarop in het BNC-fiche wordt ingegaan is in bijlage 1 van Kamerstuk 21 112 nr. 1366 te vinden. Sinds 2018 is een nieuwe rubriek aan het BNC-fiche toegevoegd waarin uitdrukkelijk aandacht wordt besteed aan de eventuele constitutionele aspecten van EU-voorstellen (Kamerstuk 21 112, nr. 2534 en Kamerstukken 35 000 VII en 21 112, nr. 38)
  • Recesperiodes in de Kamer hebben geen schorsende werking op de toezendingstermijn. Uitzonderingen hierop betreffen de vier weken in augustus (die overeenkomen met het zomerreces van de Europese instellingen) en de twee weken in het kerstreces, met dien verstande dat de Kamer de mogelijkheid niet onthouden wordt om een behandelvoorbehoud te plaatsen.
  • De termijn voor toezending van een BNC-fiche is zes weken na de publicatie van het EU-voorstel. Bij voorstellen waarop één van beide Kamers een behandelvoorbehoud of subsidiariteitsbezwaar heeft voorzien geldt een termijn van drie weken. De termijn geldt vanaf de publicatiedatum van de Nederlandse versie van het voorstel (mits deze binnen een week na het verschijnen van de Engelse versie gepubliceerd wordt).
  • Soms vraagt de snelheid van het Brusselse proces of de omstandigheden waaronder de voorstellen worden gepresenteerd om een spoedige reactie van Nederland. In dergelijke gevallen kiest het Nederlandse kabinet voor een kabinetsreactie in plaats van de standaard BNC-procedure. Hierin wordt gemotiveerd waarom de brief het BNC-fiche vervangt. Tevens wordt ernaar gestreefd zoveel mogelijk het format van het BNC-fiche te volgen (m.n. ten aanzien van de bevoegdheid, subsidiariteits- en proportionaliteitstoets). Op deze wijze kunnen beide Kamers tijdig worden geïnformeerd voordat besluitvorming of beleidsvorming in Brussel plaatsvindt. De kabinetsreactie die in de plaats van een BNC-fiche komt, wordt standaard aan beide Kamers aangeboden.
  • Het kabinet streeft ernaar de BNC-fiches tijdig aan de beide Kamers te sturen, zeker met betrekking tot de voorstellen waarbij één van beide Kamers een behandelvoorbehoud of subsidiariteitsbezwaar heeft geplaatst. Indien in voorkomende gevallen de drie of zes weken niet wordt gehaald, stuurt de verantwoordelijke bewindspersoon een uitstelbrief aan de Kamer.
  • Het kabinet is van mening dat - indien door één beide Kamers gewenst - periodieke rapportage over langlopende EU-dossiers met een duidelijk tijdpad in het geval van een behandelvoorbehoud, bij voorkeur wordt ingepast in bredere met de betreffende bewindspersoon te maken afspraken (zie Kamerstuk 22 112, nr. 1985).  Zo kunnen coherente afspraken worden gemaakt over de inhoud en de kaders van de Nederlandse inzet en de wijze en momenten waarop daarover concreet verantwoording wordt afgelegd. De Kamers kunnen zonodig voor lopende dossiers in de betreffende categorie met de inhoudelijk verantwoordelijke bewindspersoon in overleg treden wanneer zij dit wenselijk achten. Informatieafspraken over een dossier waarvoor de Kamer een behandelvoorbehoud heeft gemaakt, kunnen door middel van een briefwisseling tussen de vakcommissies en de bewindspersoon worden voorbereid en worden vastgelegd in een brief van de Kamer aan de betreffende bewindspersoon.
  • Zie voor meer informatie over de Onderzoeksrapportage Quick scan BNC-fiches van de ATR (Adviescollege Toetsing Regeldruk) uit september 2022 ook de website van de ATR.
  • De departementen zullen na de BNC-fase de beide Kamers per kwartaal rapporteren over de stand van zaken in de onderhandelingen over de EU-wetgevingsdossiers waarvoor zij verantwoordelijk zijn (Kamerstuk 22 112, nr. 2661). De vastgestelde en naar het Parlement gezonden (overzichten van) BNC-fiches zijn raadpleegbaar via de Europapoort website van de Eerste Kamer (zoek op Kamerstuk nummer 22 112).

Naar boven

Raadsbijeenkomsten

  • Voorafgaand aan Raadsbijeenkomsten (van zowel de Europese Raad als de Raad van de EU) ontvangen beide Kamers een geannoteerde agenda met de kabinetsinzet. Achteraf stuurt het kabinet een verslag van de Raadsbijeenkomst. Het kabinet zal de Kamer tevens informeren over informele bijeenkomsten van de regeringsleiders en informele Raad van Ministers van de Europese Unie, indien deze plaatsvinden.
  • Er is een algemeen sjabloon voor de geannoteerde agenda's voor alle Raadsformaties ten behoeve van de toepassing door alle ministeries met enige ruimte voor maatwerk (klik hier voor het sjabloon).
  • Het sjabloon voorziet in specifieke passages met informatie over het krachtenveld, inclusief de positie van het Europees Parlement en het verdere tijdpad voor de onderhandelingen. Ook zal de geannoteerde agenda eventuele verhindering van de betreffende bewindspersoon voor deelname aan een zitting van de Raad vermelden (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2072). Dit sjabloon blijft voor het kabinet het uitgangspunt voor de informatievoorziening. Gelet op het besluitvormingsproces in Brussel is het vaak niet mogelijk om een inhoudelijk onderbouwde geannoteerde agenda vijftien dagen voorafgaand aan een Raad aan de Kamers te sturen.
  • In de geannoteerde agenda's voor Raadsbijeenkomsten en andere relevante brieven aan de Kamer worden relevante verwijzingen naar documenten in de "EU-Delegaties Portal" opgenomen.
  • Het kabinet informeert de Kamer over A-stukken (hamerpunten) op de agenda van de Raad die politiek-controversieel zijn (op basis van de aangenomen motie Schouw/ter Broeke, Kamerstuk 32 502, nr. 10)
  • De geannoteerde agenda wordt tijdig verzonden. In principe tenminste één week voor de Raad, maar Kamercommissies kunnen in overleg met de betreffende bewindsperoon van deze termijn afwijken.
  • Waar daar aanleiding en gelegenheid voor bestaat wordt, in aanvulling op de geannoteerde agenda, een aanvullende geannoteerde agenda gestuurd over actuele ontwikkelingen, conform toezeggingen algemeen overleg EU-informatievoorziening op 15 januari 2020.
  • Het kabinet informeert de Kamer tijdig wanneer agendapunten worden toegevoegd aan de agenda van de Raad of wanneer het krachtenveld wezenlijk is veranderd ten opzichte van wat in de geannoteerde agenda vermeld is.
  • Na afloop van de Raadsbijeenkomst en voorafgaand aan het voorbereidende overleg voor de eerstvolgende (in)formele Raad, stuurt het kabinet een verslag van de bijeenkomst naar de Kamer. In de verslagen van de bijeenkomst zal, waar mogelijk en relevant, nadrukkelijk duiding worden gegeven aan de uitkomst van onderhandelingen over door de Kamer aangemerkte prioritaire EU-dossiers, waaronder een appreciatie van het bereikte akkoord afgezet tegen de Nederlandse inzet.
  • De Kamer kan een behandelvoorbehoud plaatsen op de wetgevende voorstellen van de Europese Commissie die zij van groot politiek belang acht. Dit houdt in dat het kabinet in de onderhandelingen in Brussel geen onomkeerbare stappen mag zetten totdat er afspraken tussen de Kamer en de regering zijn gemaakt over onder andere de informatievoorziening. Deze afspraken zijn gericht op het tijdig en proactief informeren van de Kamer bij beslissende momenten in de onderhandelingen over het EU-voorstel. De gemaakte afspraken worden vastgelegd in een brief van de Kamer aan de desbetreffende bewindspersoon.
  • Het kabinet is van mening dat - indien door één beide Kamers gewenst - periodieke rapportage over langlopende EU-dossiers met een duidelijk tijdpad in het geval van een behandelvoorbehoud, bij voorkeur wordt ingepast in bredere met de betreffende bewindspersoon te maken afspraken (zie Kamerstuk 22 112, nr. 1985). Zo kunnen coherente afspraken worden gemaakt over de inhoud en de kaders van de Nederlandse inzet en de wijze en momenten waarop daarover concreet verantwoording wordt afgelegd. Voor lopende dossiers kan de Kamer met de inhoudelijk verantwoordelijke bewindspersoon in overleg treden wanneer hij dit wenselijk acht.
  • Met beide Kamers zijn werkafspraken gemaakt betreffende het parlementair instemmingsrecht aangaande JBZ-dossiers (zie Kamerstuk 32 317, nr. 465).

Naar boven

Toegang tot Raadsdocumenten

  • De Kamers hebben sinds 2013 rechtstreeks toegang tot de EU-database "EU-Delegates Portal" (voorheen: EU-extranet). Daarin zijn de vertrouwelijke EU-documenten toegankelijk met de verspreidingsmarkering <limité>. De voorwaarden verbonden aan deze toegang zijn afgeleid van de in de Raad overeengekomen richtsnoeren voor omgang met deze documenten (Raadsdocumenten nr. 7695/18). Nederland is gehouden om deze richtsnoeren na te leven (Kamerstuk 21 112, nr. 1548).
  • De belangrijkste bepaling uit die richtsnoeren is dat deze documenten of delen ervan niet publiek gemaakt mogen worden zonder voorafgaande toestemming van een ter zake bevoegde functionaris. Dit betekent dat de Kamer deze documenten dient te behandelen als interne stukken, die niet met het publiek of de media mogen worden gedeeld en waaruit in openbare debatten met leden van het kabinet niet mag worden geciteerd.
  • Door de Kamers geraadpleegde experts mogen onder strikte voorwaarden, betreffende de registratie, fysieke toegang, aantekeningen, begeleiding en terugkoppeling kennis nemen van <limité> documenten. Kennisneming van <restreint> documenten (zie volgende alinea) is uitgesloten (Kamerstuk 22 112, nr. 2330 en 34 648 D).
  • Ook bestaat de mogelijkheid om de Kamer desgewenst vertrouwelijk te informeren over 'restreint'-documenten. Restreint is een rubriceringsniveau van de Raad in de zin van het Besluit van de Raad betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde gegevens. In de limité-database van "EU-Delegates Portal", waartoe de Kamer rechtstreeks toegang heeft, is te zien welke <restreint>-documenten er zijn. Deze documenten zijn echter niet via EU-Delegates Portal in te zien. Op verzoek kunnen deze documenten vertrouwelijk ter inzage worden gelegd bij de griffie. Bij de behandeling van deze documenten geldt strikte geheimhouding: in geen geval mag hier in het openbaar naar worden verwezen of uit worden geciteerd. Meer over <limité> en <restreint> documenten: kamerstuk 34 648 B.
  • Cruciale ontwikkelingen in de triloogfase: de inzet van het kabinet wordt met de Kamer afgestemd. Uitgangspunt daarbij is het in het BNC-fiche geschetste kader. Zodra het kabinet buiten de gedeelde Nederlandse inzet gaat of aan ziet komen dat dit het geval kan zijn, is nader overleg met de Kamer nodig. Het kabinet komt dan bij de Kamer terug via de reguliere briefwisselingen (geannoteerde agenda's, verslagen van Raden) of ad hoc.
  • Voor het onderwerp Brexit is er voor Kamerleden de mogelijkheid om niet-openbare documenten online via het Brexit-portal of afstand te bekijken. Nu het Verenigd Koninkrijk formeel uit de EU is getreden, zijn de documenten aangaande de onderhandelingen tussen de EU en het VK betreffende de toekomstige relatie weer zoals normal in te zien op het EU Delegates Portal van de Raad.
  • Ten aanzien van de vertrouwelijke onderhandelingsmandaten voor internationale handelsverdragen, waarover de Commissie met derde landen onderhandelt, is op het Ministerie van Buitenlandse Zaken een leeskamer ingericht. In deze leeskamer kunnen Kamerleden het betreffende vertrouwelijke onderhandelingsmandaat inzien.

Naar boven

Implementatie en uitvoering van EU-regelgeving

  • Het kabinet wordt geacht bij de implementatie van toekomstige EU-regelgeving naar de Kamer te beargumenteren waarom wordt gekozen voor welke lidstaatoptie en te beschrijven wat de gevolgen zijn voor de keuze in relatie tot het Europese speelveld (op basis van de motie-Van der Lee c.s., Kamerstuk 34 808, nr. 19, conform toezeggingen in het algemeen overleg EU-informatievoorziening op 13 februari 2019; Kamerstuk 22 112, nr. 2276, en conform toezeggingen algemeen overleg EU-informatievoorziening 15 januari 2020). Tevens blijft het kabinet bij de Europese Commissie het belang benadrukken van een gemeenschappelijke, openbare database van lidstaatopties.
  • Het kabinet wordt geacht de Kamer afschriften te sturen van zijn correspondentie met de Europese Commissie over de uitvoering van Europese regelgeving (op basis van de aangenomen motie-Van Gent, Kamerstuk 23 123 XIV, nr. 147).

Naar boven

Overig

  • De afspraken over de parlementaire betrokkenheid bij besluiten over de inzet van middelen uit en controle op de Europese noodfondsen (ESM, EFSF) zijn nauwkeurig vastgelegd in een informatieprotocol (zie Kamerstuk 21 501-07, nr. 1217). Daarbij wordt opgemerkt dat beide instellingen geen onderdeel uitmaken van de EU.

Naar boven

Meer informatie

  • Kabinetsbrief: Documenten in het diplomatieke verkeer en met de EU-instellingen in het bijzonder (10 april 2015)
  • Bijzondere afspraken over het onderhandelingsproces over het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie: kamerstukken 23 987, nr. 173 en 23 987, nr. 186
  • ECER-bericht: Toezeggingen informatievoorziening over EU aan Tweede Kamer (7 juli 2015)
  • ECER-bericht: Nieuwe afspraken over EU-info aan parlement en nieuwe sjablonen BNC-fiches (15 juli 2014)
  • ECER-bericht: Initiatiefwet Maij/Mulder over uitgebreidere toegang parlement tot EU-informatie (28 maart 2017)
  • ECER-bericht: Kabinet stuurt totaaloverzicht afspraken EU-informatievoorziening aan het parlement (15 juli 2020)
  • Advies van de parlementair advocaat inzake de verenigbaarheid van Europese transparantieregels met het Verdrag van Lissabon en Europese jurisprudentie en kabinetsreactie van 28 april 2017

Naar boven