Inbreukenpakket december 2023: Nederland ontvangt drie aanmaningen van de Europese Commissie

Contentverzamelaar

Inbreukenpakket december 2023: Nederland ontvangt drie aanmaningen van de Europese Commissie

De Europese Commissie verzoekt Nederland om de Kaderrichtlijn afvalstoffen correct om te zetten, de bepalingen van de Seizoensarbeidersrichtlijn volledig en correct om te zetten, en om aan de EU-voorschriften inzake gehuurde voertuigen te voldoen.

Kaderrichtlijn afvalstoffen

De Europese Commissie heeft op 21 december 2023 besloten om een inbreukprocedure in te stellen door een aanmaningsbrief te sturen aan Nederland (INFR(2023)2161) omdat het land verzuimt de tekortkomingen aan te pakken in hun omzetting van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen (Kaderrichtlijn afvalstoffen) zoals gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/851. De gewijzigde richtlijn bevat juridisch bindende doelstellingen voor afvalrecycling en de vermindering van het storten van afval. Ze verplicht de lidstaten ook om hun afvalbeheersystemen en de efficiëntie van het hulpbronnengebruik te verbeteren.

De uiterste termijn voor de lidstaten om de bepalingen van de gewijzigde richtlijn in hun nationale wetgeving op te nemen, was 5 juli 2020. De Commissie heeft de omzetting van de richtlijn door alle lidstaten beoordeeld en is van mening dat Nederland de richtlijn niet correct heeft omgezet. De tekortkomingen hebben betrekking op het verlies van de status van afvalstof, enkele aspecten van de algemene minimumeisen voor regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en de regels voor de berekening van de verwezenlijking van de doelstellingen. Daarom stuurt de Commissie Nederland een aanmaningsbrief, waarna het land twee maanden de tijd heeft om te antwoorden, zijn omzettingsmaatregelen te verduidelijken en waar nodig de door de Commissie vastgestelde tekortkomingen te verhelpen. Komt er geen bevredigend antwoord, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Seizoensarbeidersrichtlijn

De Europese Commissie heeft eveneens op 21 december 2023 besloten om een inbreukprocedure in te stellen door een aanmaningsbrief te sturen aan Tsjechië (INFR(2023)2129), Frankrijk (INFR(2023)2130), Kroatië (INFR(2023)2131), Hongarije (INFR(2023)2132), Malta (INFR(2023)2133), Nederland (INFR(2023)2134), Oostenrijk (INFR(2023)2128) en Polen (INFR(2023)2135) wegens het niet volledig omzetten van alle bepalingen van de Seizoenarbeidersrichtlijn (Richtlijn 2014/36/EU). De richtlijn heeft tot doel te zorgen voor eerlijke en transparante regels voor de toelating van seizoenarbeiders uit derde landen tot de EU. Zij heeft ook tot doel werknemers uit derde landen in de hele EU fatsoenlijke arbeids- en levensomstandigheden, gelijke rechten en voldoende bescherming tegen uitbuiting te garanderen. Volledige naleving van de Seizoenarbeidersrichtlijn is een belangrijke voorwaarde om de voor seizoenarbeid benodigde arbeidskrachten naar de EU te lokken. Dit kan ook helpen irreguliere migratie terug te dringen.

De Commissie houdt toezicht op de wijze waarop alle lidstaten deze wetgeving in nationaal recht hebben omgezet. In het kader van deze uitgebreide exercitie heeft de Commissie in april 2023 de eerste reeks inbreukprocedures ingeleid door respectievelijk België, Bulgarije, Duitsland, Estland, Griekenland, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen en Luxemburg aanmaningsbrieven te sturen. De Commissie is van mening dat Tsjechië, Frankrijk, Kroatië, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk en Polen een aantal verplichtingen uit hoofde van de richtlijn onjuist hebben omgezet en/of uitgevoerd. Deze lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om de nodige maatregelen te nemen om de door de Commissie vastgestelde tekortkomingen te verhelpen. Als de Commissie geen bevredigend antwoord ontvangt, kan zij besluiten hun een met redenen omkleed advies te sturen

EU-voorschriften inzake gehuurde voertuigen

De Europese Commissie heeft besloten een inbreukprocedure in te stellen door een aanmaningsbrief te sturen aan Nederland (INFR(2023)2163) met het verzoek Richtlijn (EU) 2022/738 betreffende het gebruik van gehuurde voertuigen zonder bestuurder voor het vervoer van goederen over de weg in zijn nationale wetgeving om te zetten. De lidstaten moesten deze richtlijn uiterlijk op 6 augustus 2023 hebben omgezet.

De Commissie is van mening dat Nederland heeft nagelaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking te doen treden om aan de richtlijn te voldoen en voldoende duidelijk en nauwkeurig aan te geven met welke maatregelen de lidstaat meent de verschillende verplichtingen uit hoofde van de richtlijn te hebben omgezet. De richtlijn voorziet in een minimumniveau van openstelling van de markt voor het gebruik van gehuurde voertuigen zonder bestuurder voor het vervoer van goederen over de weg. Het gebruik van gehuurde voertuigen kan de kosten verlagen voor bedrijven die goederen voor eigen rekening of voor rekening van derden vervoeren, en kan de operationele flexibiliteit vergroten. Nederland heeft nu twee maanden de tijd om te antwoorden en de door de Commissie vastgestelde tekortkomingen aan te pakken. Als de Commissie geen bevredigend antwoord ontvangt, kan zij besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Meer informatie: