Kabinet blijft inzetten op coalities met gelijkgestemden in EU-besluitvormingsproces
Nieuwsbericht | 14-03-2017
Het gaat om de brief van de minister van Buitenlandse Zaken van 10 maart 2017 aan de Tweede Kamer inzake de effectiviteit van de Nederlandse betrokkenheid bij Europese besluitvorming.
In deze brief inventariseert het kabinet de mogelijkheden voor tijdige en effectieve Nederlandse betrokkenheid bij de Europese besluitvorming. Aanleiding is de start van de onderhandelingen over de Brexit en de discussie over de toekomst met 27 lidstaten.
De afgelopen jaren is in verschillende rapporten gesignaleerd dat de interactie tussen de bilaterale ambassades in EU-lidstaten, de departementen in Den Haag en de Nederlandse permanente vertegenwoordiging in Brussel een essentiƫle impuls kunnen geven aan het uitdragen en versterken van de Nederlandse positie in het EU-besluitvormingsproces.Volgens het kabinet is in een EU zonder het VK de inzet op bestaande en ook voor Nederland nieuwe coalities van lidstaten van groot belang. Dat vereist dat Nederland nog meer investeert in betrekkingen met andere lidstaten, vooral met Duitsland en Frankrijk, maar ook met de Benelux en de noordelijke landen, die de effectiviteit van Nederland kunnen vergroten. De sterk toegenomen rol van het Nederlands postennetwerk, in het bijzonder de Permanente Vertegenwoordiging bij de EU, speelt hierbij een cruciale rol in het uitdragen van de Nederlandse posities in de lidstaten. Zij dienen ook als oren, ogen en mond van het kabinet waar het gaat om het bepalen van de Nederlandse opstelling in het Europees besluitvormingsproces.
Deze coalities kunnen niet bestaan zonder inhoud. Dat vergt dat Nederland zich op alle EU-terreinen blijft ontwikkelen als creatieve partner die in staat is om Europese oplossingen te formuleren voor transnationale problematiek.
In toenemende mate stelt de Tweede Kamer rapporteurs aan om specifieke Europese onderwerpen met andere nationale parlementen, regeringen en Europese instellingen te bespreken. Dit stelt de Kamer in staat een sterke informatiepositie op te bouwen. Bezien zou kunnen worden op welke wijze de complementariteit tussen de wijze waarop rapporteurs voor de Kamer functioneren en de wijze waarop het Nederlands standpunt wordt uitgedragen in Europese en bilateraal kader versterkt kan worden. Dit met volledige inachtneming van de verschillende constitutionele rollen van het kabinet en de Kamer.
Tot slot biedt de toegenomen rol van het Europees Parlement in het Europees besluitvormingsproces , de mogelijkheid om de Nederlandse belangen in het Europees besluitvormingsproces uit te dragen. Door middel van het informeren van de Nederlandse leden in het Europees Parlement van het Nederlands standpunt over nieuwe Commissievoorstellen en door Nederlandse prioriteiten onder de aandacht te brengen van de EP-rapporteurs in relevante dossiers. Hierbij is het belangrijk op de hoogte te zijn van politieke verhoudingen in dossiers en termijnen voor de indiening van amendementen.
Het kabinet acht het van belang dat met de actieve eigen inzet vanuit de departementen in Den Haag in samenspraak met een goed uitgerust postennet en de Permanente Vertegenwoordiging in Brussel steeds stappen kunnen worden gezet waarmee het Nederlands belang in de EU gediend kan worden. In nauwe samenwerking met de Kamer kan Nederland op deze wijze ook in de toekomst een bepalende en invloedrijke speler in het Europees besluitvormingsproces blijven.