Leden Europees Parlement pleiten voor opname van het voorrangsbeginsel in de Verdragen
Nieuwsbericht | 27-10-2023
Op 24 oktober 2023 keurden de Europarlementariërs van de Commissie juridische zaken (JURI) en de Commissie constitutionele zaken (AFCO) met 30 stemmen voor, 9 tegen en geen onthoudingen een initiatiefverslag goed over het beginsel van voorrang van het EU-recht. Het Europees Parlement zal tijdens de tweede plenaire vergadering in november over het verslag stemmen.
Het voorrangsbeginsel Het voorrangsbeginsel (voorrang van het EU-recht) betreft een hoeksteen van de rechtsorde van de EU en is essentieel voor het functioneren van de EU. Het wordt niet expliciet genoemd in de Europese Verdragen maar heeft zich ontwikkeld door de jurisprudentie van het EU-Hof. Hoewel het beginsel van voorrang van het EU-recht niet expliciet is vastgelegd in de EU-Verdragen, is het wel opgenomen in de bijlage bij het Verdrag van Lissabon.
Europarlementariërs bevelen aan om het beginsel vast te leggen in de EU-Verdragen om mogelijke conflicten te verminderen. Zij betreuren dat dit niet is gebeurt onder het Verdrag van Lissabon. Hoewel de meeste constitutionele hoven het beginsel respecteren wordt het in sommige gevallen aangevochten, hetgeen volgens de Europarlementariërs een risico vormt voor de effectiviteit en uniformiteit van de EU-wetgeving. Hoewel er geen hiërarchie bestaat tussen de EU en de nationale wetgeving, moeten de lidstaten ingevolge het beginsel, in het geval van conflicten, de conflicterende bepalingen niet langer toepassen en de nationale wetgeving interpreteren in overeenstemming met de EU-wetgeving. Europarlementariërs benadrukken dat alleen het EU-Hof de exclusieve bevoegdheid heeft om de definitieve interpretatie van het EU-recht te geven en de reikwijdte van het voorrangsbeginsel te definiëren.
De Europarlementariërs roepen de Europese Commissie - als hoedster van de Verdragen- op om de uitspraken van nationale rechtbanken te monitoren en een jaarverslag op te stellen met een scorebord van de naleving van de arresten van het EU-Hof in de EU-landen. Ook roepen zij op om inbreukprocedures te starten op grond van artikel 258 EU-Werkingsverdrag in reactie op die nationale arresten waarin het beginsel wordt betwist. Volgens de Europarlementariërs is de prejudiciële verwijzingsprocedure een nuttige manier voor nationale rechtbanken om een constructieve juridische dialoog aan te gaan met het EU-Hof. Daarbij wordt het belang van adequate capaciteitsopbouw benadrukt en roepen de Europarlementariërs op tot het gebruik van EU-opleidingsprogramma's in de rechtsstelsels van de lidstaten om een beter begrip van de voorrang van het EU-recht te bevorderen.
Meer informatie : Persbericht Europees Parlement ECER-EU-essentieel: Waarden en beginselen- voorrangsbeginsel ECER-EU-essentieel: Inbreukprocedures