Ontwikkelingen op comitologiegebied naar aanleiding van de Covid-19-uitbraak
Nieuwsbericht | 23-04-2020
In EU-wetgeving (verordeningen, richtlijnen of besluiten) worden de hoofdzaken (‘essentiële elementen’) van EU-wetgeving geregeld. Regelmatig bevat EU-wetgeving (wordt ook wel de basishandeling genoemd in comitologie) een bevoegdheid voor de Commissie (CIE) om de hoofdzaken in nadere regelgeving uit te werken via “comitologie”, dat wil zeggen via de vaststelling van zogenaamde “gedelegeerde handelingen”, “uitvoeringshandelingen” of “PRAC-handelingen.
Als gevolg van de huidige COVID19-crisis vinden er verschillende ontwikkelingen plaats op het gebied van de comitologie. Als eerste zal de toekenning van nieuwe comitologie-bevoegdheden worden besproken, daarna de vaststelling van COVID-maatregelen op basis van bestaande bevoegdheden en als laatste de werkwijze (procedure) voor vaststelling van comitologie-handelingen tijdens de COVID-19 crisis.
Toekenning van nieuwe comitologie-bevoegdheden aan de CIE
2) de inhoud van de basishandeling nader wordt bepaald om ervoor te zorgen dat deze in alle lidstaten volgens eenvormige voorwaarden wordt uitgevoerd (uitvoeringshandelingen).
Vaststelling van COVID-19 maatregelen via bestaande Comitologie-bevoegdheden
Werkwijze voor vaststelling van handelingen via Comitologie gedurende COVID-19 crisis (schriftelijke procedure + gebruik spoedprocedures)
BIJLAGE I. Uitvoeringshandelingen
De procedures voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen zijn opgenomen in de Comitologieverordening .
Comités die de CIE bijstaan in het kader van de raadplegingsprocedure (artikel 4 Comitologieverordening) of de onderzoeksprocedure (artikel 5 van de Comitologieverordening) voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen worden in de regel ten minste 14 dagen nadat een ontwerpuitvoeringshandeling en een ontwerpagenda aan het comité zijn voorgelegd – fysiek – bijeengeroepen door de voorzitter van het comité.
In naar behoren gemotiveerde gevallen kan hiervan worden afgeweken, en kan het advies van het comité worden verkregen via een schriftelijke procedure. Indien de basishandeling in die mogelijkheid voorziet is het daarnaast mogelijk dat de CIE “onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen” vaststelt via de zogenaamde spoedprocedure.
Gebruik schriftelijke procedure
BIJLAGE I. Uitvoeringshandelingen (vervolg)
Gebruik spoedprocedure
BIJLAGE II: Gedelegeerde handelingen
De procedures voor de vaststelling van gedelegeerde handelingen door de CIE zijn geregeld in punt 28 en de in de bijlage bij het Interinstitutioneel Akkoord Beter Wetgeven opgenomen “Common Understanding”.
Gebruik schriftelijke procedure bij raadpleging deskundigen van de lidstaten
Bezwaarprocedure (agendering Coreper en schriftelijke besluitvorming door de Raad)
BIJLAGE III. PRAC-handelingen
De procedure voor de vaststelling van PRAC-handelingen is opgenomen in artikel 5bis van het oude Comitologiebesluit .
Deze bepaling bevat, in tegenstelling tot de Comitologieverordening geen bepalingen over fysieke bijeenkomsten van bevoegde PRAC-comités of raadpleging via schriftelijke procedures. Dit doet vermoeden dat schriftelijke raadpleging van comités over PRAC-handelingen niet is uitgesloten.
Gebruik spoedprocedure:
Voor de agendering van PRAC-handelingen geldt (net zoals voor gedelegeerde handelingen) dat deze pas in werking zullen treden als de Raad en het EP geen bezwaar hebben gemaakt binnen de gestelde bezwaartermijn, tenzij de hierboven genoemde spoedprocedure van toepassing is.
Voor de agendering in Coreper en evt. schriftelijke besluitvorming door de Raad geldt voor PRAC-handelingen hetzelfde als voor gedelegeerde handelingen.