Raad publiceert ontwerp Richtlijn betreffende een snellere en veiligere teruggaaf van teveel ingehouden bronbelasting

Contentverzamelaar

Raad publiceert ontwerp Richtlijn betreffende een snellere en veiligere teruggaaf van teveel ingehouden bronbelasting

Het initiatief van het voorzitterschap van de Raad voor een ontwerp FASTER-richtlijn is van belang om eerlijke belastingheffing te garanderen en de kapitaalmarktenunie te versterken. Het beoogt de procedures voor belastingvermindering te digitaliseren en voor meer transparantie te zorgen.

Het Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU heeft op 14 mei 2024 een initiatief voor een ontwerp richtlijn aangekondigd met betrekking tot het eerdere voorstel van de Commissie voor een richtlijn (COM(2023) 324 van juni 2023) om de bronbelastingprocedures in de EU efficiënter, veiliger en eenvoudiger te maken voor beleggers, financiële tussenpersonen en de belastingdiensten van de lidstaten (FASTER-richtlijn) (zie website informatie Europese Commissie alsmede website DG Belasting en Douane Unie).

Na een hernieuwde raadpleging van het Europees Parlement zullen de EU-ministers van Financiën het voorstel naar verwachting begin 2025 goedkeuren, waarna de implementatiewerkzaamheden kunnen beginnen.

Achtergrond
Bij grensoverschrijdende beleggingen heffen veel lidstaten bronbelasting op dividenden en op de rente van obligaties die worden uitgekeerd aan beleggers die in het buitenland wonen. Beleggers moeten echter nog steeds inkomstenbelasting betalen in hun woonland voor dezelfde inkomsten en moeten vaak een verzoek om teruggaaf indienen voor te veel betaalde belasting. Momenteel zijn deze teruggaafprocedures vaak lang, duur en omslachtig, wat tot frustratie leidt bij beleggers en grensoverschrijdende investeringen binnen en naar de EU ontmoedigt. Diverse schandalen hebben daarnaast aangetoond dat dergelijke teruggaafprocedures misbruikt kunnen worden en dit soort fraude leidt voor een bepaalde groep lidstaten tot miljarden euro’s aan verliezen.

Ontwerp richtlijn
De ontwerp richtlijn van de Raad omvat verschillende maatregelen:

- Een gemeenschappelijk digitaal EU-certificaat voor fiscale woonplaats zal de procedures voor bronbelastingvermindering sneller en efficiënter maken, met een grotere mate van vereenvoudiging in het algemeen. Beleggers met een gediversifieerde portefeuille in de hele EU zullen bijvoorbeeld slechts één digitaal certificaat van fiscale woonplaats nodig hebben om hun teruggaaf in om het even welke lidstaat terug te vorderen. Momenteel gebruiken de meeste lidstaten nog papieren procedures.

- Twee versnelde procedures als aanvulling op de bestaande standaardteruggaafprocedure: een procedure voor "vermindering aan de bron" en een systeem voor "snelle teruggaaf", waardoor de procedure voor vermindering sneller, eenvoudiger en meer geharmoniseerd wordt in de hele EU. Lidstaten kunnen kiezen welke procedure ze willen gebruiken. Bij de bronprocedure wordt het toepasselijke lagere belastingtarief direct toegepast op het moment dat de dividenden of rente worden uitgekeerd. Bij de "snelle teruggaaf"-procedure worden bronbelastingen toegepast, maar moet teruggaaf voor te veel betaalde belastingen worden verleend binnen 60 dagen na het verzoek om teruggaaf. Deze gestandaardiseerde procedures zullen beleggers aanzienlijke besparingen leveren.

- De oprichting van nationale registers voor gecertificeerde financiële intermediairs en een EU-portaal voor gecertificeerde financiële intermediairs: het portaal zal fungeren als centraal toegangspunt voor de registratieverzoeken van financiële intermediairs en zal het publiek informatie verstrekken over welke financiële intermediairs in welke lidstaat of lidstaten gecertificeerd zijn. Belastingplichtigen die in de EU investeren via gecertificeerde financiële tussenpersonen die op het portaal zijn geregistreerd, zullen profiteren van versnelde bronbelastingprocedures en dubbele belastingheffing op dividend- of rentebetalingen vermijden.

- Dankzij gestandaardiseerde rapportageverplichtingen zullen de nationale belastingdiensten over de nodige informatie beschikken om te controleren of belastingplichtigen in aanmerking komen voor het verlaagde tarief en om mogelijk misbruik op te sporen. Gecertificeerde financiële tussenpersonen (bijvoorbeeld banken) zullen gegevens met betrekking tot de betaling van dividenden of rente moeten rapporteren aan de relevante belastingdiensten, zodat deze de betalingen kunnen traceren van het bedrijf dat de dividenden betaalt tot de uiteindelijke belegger.

Meer informatie:
Persbericht Europese Commissie
ECER-dossier: Belastingen