Raad verlengt de tijdelijke bescherming voor Oekraïense oorlogsvluchtelingen

Contentverzamelaar

Raad verlengt de tijdelijke bescherming voor Oekraïense oorlogsvluchtelingen

Naar aanleiding van een massale stroom vluchtelingen uit Oekraïne stelde de Raad in 2022 een uitvoeringsbesluit vast tot instelling van een mechanisme van tijdelijke bescherming. Personen die voldoen aan de voorwaarden uit het uitvoeringsbesluit kunnen aanspraak maken op tijdelijke bescherming in de EU. In oktober 2023 heeft de Raad de tijdelijke bescherming verlengd tot en met 4 maart 2025.

Richtlijn 2001/55/EG (hierna: de richtlijn) stelt minimumnormen vast voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van een massale toestroom van ontheemden uit derde landen die niet naar hun land van oorsprong kunnen terugkeren, en bevordert een evenwicht tussen de inspanningen van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen.

Op 4 maart 2022 heeft de Raad Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 vastgesteld tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan (zie het ECER-bericht over dit uitvoeringsbesluit).

Overeenkomstig de richtlijn was de tijdelijke bescherming eerst van toepassing voor een initiële periode van één jaar, tot en met 4 maart 2023, en werd deze vervolgens automatisch met één jaar verlengd tot en met 4 maart 2024. Aangezien de redenen voor tijdelijke bescherming blijven bestaan, heeft de Raad de tijdelijke bescherming voor de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 bedoelde categorieën ontheemden verlengd tot en met 4 maart 2025 (zie Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2409).

Meer informatie: