T-117/04, WG Jachthavens, arrest van 27 september 2006

Contentverzamelaar

T-117/04, WG Jachthavens, arrest van 27 september 2006

Signaleringsfiche

Arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg van 27 september 2006, in de zaak T-117/04, Vereniging Werkgroep Commerciële Jachthavens Zuidelijke Randmeren e.a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Betrokken departementen

BZK, V&W, FIN en EZ

Sleutelwoorden

Staatssteun – Beroep tot nietigverklaring - Ontvankelijkheid

Beleidsrelevantie

In dit arrest is een voor Nederland positieve geen-steunbeschikking van de Commissie aan de orde. Het beroep van bovengenoemde Vereniging en haar leden tegen deze beschikking wordt door het Gerecht van Eerste Aanleg niet-ontvankelijk verklaard. De voor Nederland positieve geen-steunbeschikking van de Commissie blijft daarmee overeind. De gemeenten Enkhuizen, Nijkerk en Wieringermeer hoeven de gegeven financiële middelen niet terug te vorderen.

Samenvatting van de feiten, redenering en dictum

De Vereniging Werkgroep Commerciële Jachthavens Zuidelijke Randmeren diende in 2001 een klacht in bij de Commissie namens haar leden omdat een zevental gemeenten ongeoorloofde staatsteun zou hebben verleend aan niet-commerciële jachthavens in hun gemeente. Het aantal gemeenten is na het eerste onderzoek door de Commissie teruggebracht tot drie gemeenten (Enkhuizen, Nijkerk en Wieringermeer). De Commissie heeft de klacht onderzocht en deze bij beschikking gericht tot Nederland in 2003 afgewezen. In deze beschikking heeft de Commissie onderzocht of de door de gemeenten getroffen maatregelen aan te merken zijn als staatsteun in de zin van artikel 87, eerste lid, EG. Daartoe moeten de maatregelen voldoen aan vier criteria. Nu echter aan één jachthaven (Wieringermeer) geen voordeel is toegekend en de steun aan de andere jachthavens (Enkhuizen en Nijkerk) wel een voordeel van meer dan € 100.000,- vormt maar het handelsverkeer niet beïnvloedt, is geen sprake van staatssteun in de zin van artikel 87, eerste lid, EG. De Vereniging en haar leden hebben bij het Gerecht beroep aangetekend tegen deze beschikking.

Het Gerecht komt aan de inhoudelijke behandeling van de zaak niet toe. Zowel de Vereniging als haar leden worden niet-ontvankelijk verklaard omdat zij niet voldoen aan het criterium ‘rechtstreeks en individueel geraakt door beschikking’. Daartoe overweegt het Gerecht dat de leden van de Vereniging niet hebben aangetoond dat hun marktpositie wezenlijk is aangetast door de maatregel waarop de beschikking betrekking heeft. Ook voor de Vereniging bestaan geen bijzondere omstandigheden die haar ten opzichte van ieder ander individualiseren en haar dus de bevoegdheid verlenen op te komen tegen een algemene steunregeling.

Eerste inventarisatie van de mogelijke effecten.

Het Gerecht van Eerste Aanleg heeft het beroep tegen een voor Nederland positieve geen-steunbeschikking niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is in overeenstemming met een bestendige lijn in de jurisprudentie. Het Gerecht is niet toegekomen aan een inhoudelijke beoordeling van de beschikking van de Commissie. Deze beschikking is wel opmerkelijk te noemen omdat in het verleden ook bij geringe steun (wel boven de-minimisdrempel van € 100.000,-) al snel werd geoordeeld dat het effect had op het interstatelijke handelsverkeer. Het is voor de betrokken gemeenten goed dat de beschikking overeind is gebleven. Zij hoeven de gegeven financiële middelen niet terug te vorderen.

Voorstel voor behandeling

De ICER zendt het fiche en het daarbij behorende arrest ter kennisneming naar de ministers van BZK, EZ, V&W en Financiën en verzoekt de minister van BZK het fiche en het arrest onder de aandacht te brengen van het IPO en de VNG. Een vervolgfiche is niet noodzakelijk.