T-256/07, MKO, arrest van 23 oktober 2008

Contentverzamelaar

T-256/07, MKO, arrest van 23 oktober 2008

Signaleringsfiche

Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 23 oktober 2008 in zaak T-256/07, Organisatie van Volksmujahedeen van Iran (MKO) tegen de Raad van de Europese Unie.

Betrokken departementen

BZ, JUS, BZK

Sleutelwoorden

Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met oog op strijd tegen terrorisme – bevriezing van tegoeden – beroep tot nietigverklaring – rechten van verdediging – motivering – rechterlijke toetsing

Beleidsrelevantie

Uit dit arrest valt op te maken dat de verbeterde procedure met betrekking tot het plaatsen van terroristen op de EU-sanctielijst, als bedoeld in artikel 2, lid 3 van EG Verordening 2580/2001, de toets van het Gerecht van eerste aanleg kan doorstaan.

Samenvatting van feiten, redeneringen en dictum

De Iraanse Mujahedin-e Khalq Organisatie (MKO) staat sinds 2 mei 2002 op de EU-terrorismelijst. Het Gerecht heeft zich nu voor de tweede maal uitgesproken over de geldigheid van een Raadbesluit betreffende de plaatsing van MKO op de EU-sanctielijst.

Op 12 december 2006 (zaak T-228/02) vernietigde het Gerecht al een eerder besluit van de Raad betreffende de EU-listing van MKO. Het Gerecht was in deze eerste MKO-uitspraak vooral kritisch ten aanzien van feit dat de Raad niet voldoende gemotiveerd had waarom MKO op de EU-terrorismelijst was geplaatst. In reactie op deze uitspraak zijn de procedures rond plaatsing op de EU-sanctielijst verbeterd. Zo worden personen en organisaties op de EU-terrorismelijst nu geïnformeerd over de redenen van plaatsing en worden zij in staat gesteld hun tegenargumenten kenbaar te maken bij de Raad.

In het onderhavige arrest spreekt het Gerecht zich uit over de geldigheid van Raadsbesluit 2007/445 en Raadsbesluit 2007/868 tot handhaving van MKO op de EU-terrorismelijst. Als basis voor de EU-listing van MKO bij beide besluiten gold de Britse aanwijzing van MKO als terroristische organisatie.

Met betrekking tot Raadsbesluit 2007/445 oordeelt het Gerecht dat aan alle procedurele en materiële voorwaarden voor handhaving van MKO op de EU-lijst is voldaan. Dit is essentieel, omdat het Gerecht daarmee het argument van MKO verwerpt dat EU-listing alleen gerechtvaardigd is wanneer een persoon of organisatie in verband wordt gebracht met actuele terroristische daden. Het Gerecht oordeelt dat de toepasselijke bepalingen van gemeenschapsecht “geen verbod bevatten op beperkende maatregelen tegen personen of entiteiten die in het verleden terroristische daden hebben gepleegd – ook al zijn er geen bewijzen dat zij momenteel dergelijke daden plegen of eraan deelnemen – wanneer de omstandigheden dit rechtvaardigen” (r.o. 107 e.v.).

Op 20 december 2007 is Raadsbesluit 2007/445 in het kader van de periodieke herziening van de EU-sanctielijst ingetrokken en vervangen door Raadsbesluit 2007/868. Dit laatste Raadsbesluit wordt door het Gerecht nietig verklaard. Op 14 december 2007 had de Proscribed Organisations Appeal Commission (POAC, de Britse beroepsinstantie) in een door MKO aangespannen procedure de Britse regering bevolen de MKO van de nationale lijst van verboden organisaties af te halen; het Britse aanwijzingsbesluit werd door het POAC als perverse en unreasonable gekwalificeerd, hetgeen betekent dat op basis van de elementen waarover de Home Secretary beschikte, geen enkele redelijke persoon tot een dergelijke conclusie zou zijn gekomen en dat, integendeel, iedere redelijke persoon tot de tegenovergestelde conclusie zou zijn gekomen. De motivering van de Raad bij Raadsbesluit 2007/868 is echter exact dezelfde als die welke bij het eerdere handhavingsbesluit werd gehanteerd. Ten aanzien van de uitspraak van de POAC heeft de Raad er slechts op gewezen dat de Home Secretary heeft geprobeerd hiertegen hoger beroep in te stellen. Het Gerecht is van oordeel dat de Raad aldus onvoldoende heeft gemotiveerd waarom op dat moment EU-listing van MKO nog altijd gerechtvaardigd was.

Eerste inventarisatie van mogelijke effecten

Het arrest heeft niet onmiddellijk gevolgen voor de plaatsing van MKO op de EU-sanctielijst. De huidige plaatsing op de lijst is namelijk gebaseerd op een ander besluit dan het Britse aanwijzingsbesluit. Bij de periodieke herziening van de EU-listing van MKO in juli 2008 is besloten om MKO op de EU-lijst te handhaven op basis van gegevens van een andere lidstaat. Op 15 juli 2008 heeft de Raad op basis van deze informatie besloten MKO op de EU-terrorismelijst te handhaven (Raadsbesluit 2008/583).

Tegen dit nieuwe besluit heeft MKO overigens al weer een nieuwe procedure bij het Gerecht van eerste aanleg lopen, waarvoor een hoorzitting gepland staat op 3 december 2008.

Voorstel voor behandeling

De ICER zendt het arrest en het bijbehorende fiche ter kennisneming aan de ministers van Justitie, van Binnenlandse Zaken en van Buitenlandse Zaken.