T-313/25 Kinova Europe

Contentverzamelaar

T-313/25 Kinova Europe

Prejudiciële hofzaak   

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     27 juni 2025
Schriftelijke opmerkingen:                     13 augustus 2025

Trefwoorden: btw, tariefindeling van goederen, prothese, medisch hulpmiddel

Onderwerp: Verordening (EU) nr. 952/2013 (Douanewetboek): artikel 33, lid 3.

Deze zaak betreft een geschil tussen partijen over de indeling van een robotarm in het douanetarief van de EU. Het betreft een ‘Jaco-assistentierobotarm’. Deze robotarmen worden bevestigd aan een rolstoel en gebruikt als armvervanging voor mensen die hun arm niet meer kunnen bewegen. De robotarm werd eerst ingedeeld onder de GN-onderverdeling voor machines, apparaten en mechanische toestellen [..], maar verzoekende partij stelt dat de robotarm als ‘prothese’ onderverdeeld moet worden in een andere categorie. 

Prejudiciële vragen: 
1. Moet het begrip „orthopedische toestellen” in GN-post 9021 aldus worden uitgelegd dat het ook een aan een rolstoel bevestigde robotarm omvat waarmee de van de rolstoel afhankelijke persoon de functies van een natuurlijke arm en/of hand kan verrichten? 

2. Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord: moet het begrip „andere voor het verhelpen of verlichten van gebreken of van kwalen dienende apparatuur” in GN-post 9021 aldus worden uitgelegd dat daaronder ook een aan een rolstoel bevestigde robotarm valt waarmee de van de rolstoel afhankelijke persoon de functies van een natuurlijke arm en/of hand kan verrichten?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-72/21 ; C-559/18 TDK-Lambda Germany; C-288/15 MIS.

Specifiek beleidsterrein: FIN-fiscaal; VWS

Gerelateerde documenten