T-366/25 Szytelbiecka
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 17 juli 2025 Schriftelijke opmerkingen: 3 september 2025
Trefwoorden: btw-vrijstelling, bedrijfsoverdracht, neutraliteitsbeginsel
Onderwerp: Richtlijn 2006/112 (btw-richtlijn): artikel 19.
Verzoekster wil haar bedrijf schenken aan haar twee dochters (elk 50%). De dochters zijn niet btw-plichtig maar hebben wel met elkaar een eigen vennootschap die belastingplichtig is. De dochters willen de geschonken bedrijfsaandelen direct inbrengen in hun vennootschap om de activiteiten voort te zetten. De verwijzende rechter vraagt of artikel 19 van de btw-richtlijn zo moet worden uitgelegd dat er in dit geval ook sprake is van overgang van een algemeenheid van goederen.
Prejudiciële vraag: Moet artikel 19 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1) aldus worden uitgelegd dat ook sprake is van de overgang van het geheel van een algemeenheid van goederen in de zin van die bepaling wanneer een belastingplichtige aan elk van twee niet-belastingplichtige natuurlijke personen de helft van een dergelijke algemeenheid om niet overdraagt, terwijl die personen voornemens zijn om hun aandeel onverwijld, als inbreng in natura, in te brengen in een personenvennootschap die een economische activiteit uitoefent en waarvan zij vennoten zijn?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-497/01; C-444/10; C-729/21, Dyrektor Izby Administracji Skarbowej w Łodzi; C-17/18; C-651/11 X.
Specifiek beleidsterrein: FIN-fiscaal