T-648/24 Ryanair
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 11 februari 2025 Schriftelijke opmerkingen: 28 maart 2025
Trefwoorden: passagiersrechten, compensatie luchtpassagiers, buitengewone omstandigheden
Onderwerp: Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten: artikel 5, lid 1, onder c) en artikel 7, lid 1.
Feiten: Verzoekende partijen zijn ‘EO’ en ‘DC’. Zij beschikten over boekingen voor een vlucht op 20 juli 2022 naar Berlijn-Brandenburg bij verwerende partij ‘Ryanair DAC’. Het was gepland dat zij die avond om 22.15 uur aan zouden komen in Berlijn. Het vliegtuig vertrok echter ongeveer 2,5 uur later dan gepland, waardoor verzoekende partijen niet meer konden landen in Berlijn vanwege het plaatselijk verbod op nachtvluchten. Zij werden hierdoor omgeleid via Hannover en bereikten Berlijn uiteindelijk pas om 5 uur de volgende ochtend. De verzoekende partijen vorderen compensatiebetalingen van Ryanair.
Overweging: Het omleiden van een vlucht naar een luchthaven in een andere stad wordt volgens de rechtspraak van het Hof gelijkgesteld aan een annulering van een vlucht. Artikel 5, lid 1, onder c) van de verordening regelt het recht op compensatie in geval van zo een annulering. Op grond van artikel 5, lid 3 is de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert niet verplicht compensatie te betalen indien zij kan aantonen dat de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden. De verwijzende rechter wil weten of de oorzaak van de vertraging van de vluchten, namelijk het toewijzen van de ‘ATC-slots’ door Eurocontrol, buitengewone omstandigheden vormen in de zin van de verordening.
Prejudiciële vragen: 1. Is een annulering of een met een annulering gelijk te stellen langdurige vertraging bij aankomst altijd te wijten aan buitengewone omstandigheden wanneer de annulering of de langdurige vertraging bij aankomst het gevolg is van toewijzingen van slots door de verantwoordelijke luchtverkeersleidingsorganisatie, zonder dat de luchtvaartmaatschappij de vertraging bij de toewijzing[en] van slots heeft veroorzaakt door omstandigheden waarvoor zij zelf verantwoordelijk is? 2. Voor het geval dat het Hof de eerste vraag ontkennend beantwoordt: Is een annulering of een met een annulering gelijk te stellen langdurige vertraging bij aankomst altijd te wijten aan buitengewone omstandigheden, wanneer de annulering of langdurige vertraging bij aankomst het gevolg is van toewijzingen van slots door de verantwoordelijke luchtverkeersleidingsorganisatie, zonder dat de luchtvaartmaatschappij de vertraging bij de toewijzing[en] van slots heeft veroorzaakt door omstandigheden waarvoor zij zelf verantwoordelijk is, en de luchtverkeersleidingsorganisatie aan de luchtvaartmaatschappij als oorzaak van de vertraging IATA Delay Code 81 („Air Traffic Flow Management (ATFM) due to ATC EN-ROUTE DEMAND/CAPACITY, standard demand/capacity problems”) heeft opgegeven?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-549/07; C-315/15
Specifiek beleidsterrein: IenW