Tijdelijke EU-maatregel ter bescherming van kinderen tegen seksueel misbruik verlengd

Contentverzamelaar

Tijdelijke EU-maatregel ter bescherming van kinderen tegen seksueel misbruik verlengd

Een nieuwe verordening verlengt een afwijking van de gegevensbeschermingsregels in de elektronische-communicatiesector op basis waarvan aanbieders van ‘nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten’ specifieke technologieën voor de verwerking van persoons- en andere gegevens mogen gebruiken om online seksueel misbruik van kinderen op hun diensten op te sporen, te melden en te verwijderen.

Bij Verordening 2021/1232 (hierna: de tijdelijke verordening) zijn tijdelijke en strikt beperkte voorschriften vastgesteld die een afwijking vormen van bepaalde verplichtingen van Richtlijn 2002/58/EG (hierna: de e-privacyrichtlijn). Het doel van die voorschriften is om aanbieders van bepaalde nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten in staat te stellen om specifieke technologieën te gebruiken voor de verwerking van persoonsgegevens en andere gegevens. Zij mogen die technologieën gebruiken voor zover dat strikt noodzakelijk is om online seksueel misbruik van kinderen op hun diensten op te sporen en te melden en om onlinemateriaal betreffende seksueel misbruik van kinderen uit hun diensten te verwijderen.

De tijdelijke verordening biedt een tijdelijke oplossing in afwachting van de vaststelling van een rechtskader voor de lange termijn aan de hand waarvan seksueel misbruik van kinderen op EU-niveau kan worden aangepakt. Overeenkomstig artikel 10, tweede alinea, is de tijdelijke verordening van toepassing tot 3 augustus 2024.

De Commissie heeft op 11 mei 2022 een voorstel voor een verordening aangenomen, dat moet voorzien in dat rechtskader voor de lange termijn.  De interinstitutionele onderhandelingen over dit voorstel lopen echter nog. Daarom presenteerde de Europese Commissie op 30 november 2023 een voorstel voor een verordening om de toepassingsperiode van de tijdelijke verordening te verlengen tot en met 3 augustus 2026.

Na onderhandelingen tussen de Raad en het Europees Parlement is het voorstel aangenomen en is de verordening op 14 mei 2024 in het EU-Publicatieblad verschenen (Verordening (EU) 2024/1307). De verordening voorziet in een verlenging tot en met 3 april 2026.

Meer informatie: