Wijziging van de de-minimisverordening voor de-minimissteun aan visserij en aquacultuur goedgekeurd

Contentverzamelaar

Wijziging van de de-minimisverordening voor de-minimissteun aan visserij en aquacultuur goedgekeurd

De door de Europese Commissie goedgekeurde herziene staatssteun regels beogen de lasten voor nationale overheden te verlichten en de toegang tot kleine steunbedragen te vergemakkelijken. Ook dragen de nieuwe regels bij aan een gelijk speelveld in alle sectoren omdat bedrijven die visserijproducten verwerken voortaan dezelfde regels inzake kleine steunbedragen kunnen toepassen die al voor verwerkende bedrijven in andere sectoren gelden.

Het gaat om de op 4 oktober 2023 door de Europese Commissie goedgekeurde wijziging van de de-minimisverordening voor de visserij- en aquacultuursector (EU-Verordening 2023/2391) (ter wijziging van de huidige de minimis-verordening voor de visserij nr. 717/2014).
De herziene verordening, waarin kleine steunbedragen van staatssteuntoezicht worden vrijgesteld omdat zij geacht worden geen gevolgen te hebben voor de concurrentie en het handelsverkeer op de EU-interne markt, zal twintig dagen na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de EU in werking treden.

Voorgestelde wijzigingen
In december 2022 verlengde de Commissie de geldigheidsduur van de de-minimisverordening voor de visserij met een jaar (tot en met 31 december 2023) (zie ook dit ECER-bericht). Daarbij speelde al de vraag of het niet beter is om de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuur producten over te hevelen van de de-minimisverordening voor de visserij naar de algemene de-minimisverordening (nr. 1407/2013), die in een hoger steunplafond voorziet. 

De nu goedgekeurde wijziging van de de-minimisverordening voor de visserij omvat:

  • Een verhoging van het plafond voor de-minimissteun per onderneming over een periode van drie jaar, van 30 000 euro tot 40 000 euro, mits er een centraal nationaal register wordt aangelegd.
  • Alleen de primaire productie van visserij- en aquacultuurproducten blijft onder de de-minimisverordening voor de visserij vallen, terwijl de verwerking en de afzet van die producten onder het toepassingsgebied van de algemene de-minimisverordening worden gebracht.
  • Een herberekening van de zogenaamde “nationale maxima”, dat wil zeggen de maximale cumulatieve bedragen aan de-minimissteun die per lidstaat kunnen worden toegekend. De nationale maxima zijn geactualiseerd op basis van recentere gegevens over uitsluitend de primaire productie van visserij- en aquacultuurproducten.
  • Bepaalde handelingen die buiten het toepassingsgebied van de de-minimisverordening voor de visserij vallen, zullen bij wijze van uitzondering worden toegestaan in de ultraperifere gebieden van de EU, om de modernisering van kleine vaartuigen in die gebieden te vergemakkelijken en onder meer een antwoord te bieden op veiligheidsvraagstukken. Dit is een voorbeeld van doelgerichte maatregelen voor de ultraperifere gebieden op grond van artikel 349 van het EU-Werkingsverdrag.
  • Een verlenging van de geldigheidsduur van de herziene de-minimisverordening voor de visserij tot en met 31 december 2029.

Meer informatie:
Persbericht Europese Commissie
Website Europese Commissie: wetgeving staatssteun visserij
ECER-dossier: Staatssteun