Gevolgen onrechtmatige en onverenigbare staatssteun
Zodra de Europese
Commissie verneemt dat er sprake is van onrechtmatige
staatssteun (uit welke bron dan ook), dan zal zij zelf een
onderzoek starten volgens de procedure over onrechtmatige
staatssteun. Deze procedure komt nagenoeg overeen met de procedure
die zij start, nadat ze een aanmelding van staatssteun heeft
ontvangen, met een belangrijk verschil dat er voor de
procedure over onrechtmatige staatssteun geen
beslistermijnen zijn vastgelegd.
Volgens de procedure
over onrechtmatige steun (artikel 13 van de
Procedureverordening
(2015/1589)
) kan de
Commissie een besluit nemen waarbij de lidstaat wordt gelast
alle onrechtmatig steun op te schorten (
opschortingsbevel ), totdat de Commissie een
besluit heeft genomen over de verenigbaarheid van de steun
met de interne markt.
Indien onder meer het gevaar
bestaat dat een mededinger onherstelbare en aanzienlijke
schade oploopt wanneer de steun wordt opgeschort en later
zou moeten worden teruggevorderd, dan kan de Commissie ook
een besluit nemen waarbij de lidstaat wordt gelast alle
onrechtmatige steun voorlopig terug te vorderen (
artikel 13 lid
2 van de Procedureverordening ), tot het moment
dat de Commissie een besluit heeft genomen betreffende de
verenigbaarheid van de steun met de interne markt (
terugvorderingsbevel ).
Indien de Commissie het besluit neemt dat de verleende steun onverenigbaar is met de interne markt, dan dient de lidstaat (dat wil zeggen: de steun verlenende overheid) deze steun inclusief rente terug te vorderen van de begunstigde onderneming ( artikel 16 van de Procedureverordening ).
Wanneer de terugvorderingsplicht niet wordt nagekomen door de betreffende lidstaat, dan kan de Europese Commissie zich tot het EU-Hof wenden om te laten vaststellen dat dat verzuim een inbreuk op het EU-Werkingsverdrag vormt (artikel 14 Procedureverordening ).
Steun hoeft niet te worden teruggevorderd wanneer de verjaringstermijn van 10 jaar is verlopen (artikel 17 ev. Procedureverordening ) of wanneer terugvordering volstrekt onmogelijk is. Deze laatste grond wordt restrictief uitgelegd en zal in de praktijk niet gauw slagen.
Een terugvorderingsbesluit ziet in de praktijk op herstel in de situatie die gold vóór het moment van steunverlening. Hoofddoel van de terugvordering van onrechtmatig uitgekeerde staatssteun is het opheffen van de verstoring van de mededinging die voortvloeit uit het concurrentievoordeel dat door de onrechtmatige steun wordt verleend. Vaak betekent dit een terugvordering van de steun vanaf het moment dat de steun beschikbaar kwam tot de datum van de terugbetaling, inclusief wettelijke rente (waarvan het percentage door de Commissie wordt bepaald).
De daadwerkelijke terugvordering zelf is dus niet aan de Europese Commissie maar aan de (steun verlenende autoriteiten van de) lidstaat. Bij de terugvordering spelen ook de (nationaal) rechterlijke instanties een belangrijke rol en de terugvordering moet ook gebeuren volgens de aangewezen nationale procedure (zie ook hierna meer informatie over de Wet terugvordering staatssteun).
Meer
informatie:
-
Mededeling
van de
Commissie (2019/C 247/01) betreffende de
terugvordering van onrechtmatige en onverenigbare
staatssteun
-
EU-Verordening 271/2008
met onder meer voorschriften over het
vaststellen van het rentepercentage dat geldt bij
terugvordering
-
Mededeling
van de Commissie (2008/C 14/02) over
referentie- en verdisconteringspercentages als indicatie
voor marktrentes
bij staatssteun. Zie
ook
website
Europese
Commissie
-
Mededeling
van de
Commissie over handhaving van de staatssteunregels door
nationale rechterlijke instanties ( 2009/C 85/01)
-
Website
Europese Commissie: informatie over
samenwerking op het gebied van staatssteun met nationale
rechterlijke instanties
-
Website
Europese Commissie: Statistieken over
activiteiten van de Commissie op het gebied van
terugvordering van staatssteun (onderaan pagina)