Inbreukprocedure

Inbreukprocedure

Aanleiding

Op 1 oktober 2020 is de Europese Commissie een inbreukprocedure (ingevolge artikel 258 EU-Werkingsverdrag) tegen het Verenigd Koninkrijk (VK) gestart vanwege een vermeende schending van het Terugtrekkingsakkoord. De directe aanleiding hiertoe is een wetsontwerp dat de regering van het VK op 9 september 2020 heeft ingediend bij het Britse parlement genaamd de United Kingdom Internal Market Bill . Het wetsontwerp voorziet in de mogelijkheid om op permanente basis af te wijken van de materiële bepalingen van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland ( onderdeel van het Terugtrekkingsakkoord ).

De Commissie is van mening dat het wetsvoorstel – indien aangenomen – resulteert in een ernstige schending van het voornoemde protocol. Volgens de Commissie levert de indiening van het wetsontwerp dan ook een schending in van artikel 5 van het Terugtrekkingsakkoord op. Dat artikel bepaalt dat de EU en het VK ‘te goeder trouw’ handelen en geen maatregelen nemen die de doelstellingen van het Terugtrekkingsakkoord in gevaar kunnen brengen. De Britse regering heeft eerder al erkend dat het wetsontwerp een schending zou opleveren van het Terugtrekkingsakkoord.

De procedure

Gezien de vermeende ernstige schending van het (protocol bij het) Terugtrekkingsakkoord, heeft de Commissie besloten om een formele inbreukprocedure tegen het VK te starten, waarvan de aanmaningsbrief de eerste stap is. Het VK heeft een maand de tijd gekregen om te reageren op de brief (ook wel ‘opmerkingen maken’ genoemd). Na het bestuderen van deze opmerkingen kan de Commissie besluiten om een zogenaamd ‘met redenen omkleed advies’ uit te brengen. Indien het VK dit advies niet zou opvolgen, kan de Commissie de zaak vervolgens aanhangig maken bij het EU-Hof.

Let op: de inbreukprocedure tegen het Verenigd Koninkrijk is nog niet afgesloten. Via deze pagina houden wij u op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen.

Meer informatie: