De voornaamste doelstelling van richtlijn 2004/35 (de ELD-richtlijn of richtlijn milieuaansprakelijkheid) is het voorkomen en herstellen van milieuschade. Bij milieuschade gaat het om schade aan de natuur (beschermde soorten en natuurlijke habitats), schade aan wateren en bodemschade. De aansprakelijke partij is in beginsel de exploitant die beroepsactiviteiten uitoefent. Ten aanzien van exploitanten die bepaalde gevaarlijke activiteiten uitoefenen die zijn opgenomen in bijlage III bij de richtlijn, geldt risico-aansprakelijkheid (ongeacht of er sprake is van schuld) voor milieuschade. Exploitanten kunnen zich rechtstreeks beroepen op bepaalde uitzonderingen en verweergronden (bijvoorbeeld overmacht, gewapend conflict, tussenkomst van een derde) en via omzetting ingevoerde verweergronden (bijvoorbeeld vergunningverweer of stand-der-techniekverweer).
Bij een onmiddellijk gevaar voor milieuschade moeten exploitanten preventieve maatregelen nemen. Ook moeten zij toegebrachte milieuschade herstellen en de kosten ervan dragen (overeenkomstig het beginsel van 'de vervuiler betaalt'). In specifieke gevallen waarin de exploitanten hun verplichtingen niet nakomen, niet kunnen worden geïdentificeerd, of zich op verweergronden beroepen, kan de bevoegde autoriteit ingrijpen en de nodige preventieve of herstelmaatregelen uitvoeren.
Naar boven
09-07-2020
De activiteiten die door publiekrechtelijke instellingen op grond van een wettelijke taakopdracht in het algemeen belang worden verricht, kunnen onder het begrip “beroepsactiviteit” in de zin van de EU-richtlijn ...