Raadgevend comité voor de werkgelegenheid

Raadgevend comité voor de werkgelegenheid

Op deze pagina:

Inleiding

Artikel 150 van het EU-Werkingsverdrag bepaalt dat de Raad na raadpleging van het Europees Parlement een Raadgevend comité voor de werkgelegenheid instelt. De Raad heeft dat comité ingesteld en de voorschriften voor dat comité zijn in Besluit 2000/98/EG opgenomen. Het bevorderen van de coördinatie van het werkgelegenheids- en arbeidsmarktbeleid van de EU vormt het hoofddoel van het comité. In dit ECER-dossier wordt ingegaan op de taken en de samenstelling van het comité. 

Naar boven

Taken van het comité

Het comité ziet toe op de werkgelegenheidssituatie en het werkgelegenheidsbeleid in de EU-landen en in de EU als geheel. Het comité brengt op verzoek van de Raad of de Europese Commissie, dan wel op eigen initiatief, adviezen uit. De Raad gebruikt bijvoorbeeld de adviezen van het comité in het kader van het onderzoek naar de tenuitvoerlegging van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten in het licht van de werkgelegenheidsrichtsnoeren (zie dit ECER-dossier voor meer informatie). 

Naast de taak om adviezen uit te brengen, draagt het comité ook bij aan de voorbereiding van de werkzaamheden van de Raad in het kader van de vaststelling van de werkgelegenheidsrichtsnoeren, het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid en de landenspecifieke aanbevelingen (zie dit ECER-dossier voor meer informatie over deze instrumenten). 

Naar boven

Samenstelling van het comité

Elk EU-land en de Europese Commissie benoemen twee leden van het comité. Zij kunnen ook twee plaatsvervangers benoemen. De leden van het comité en de plaatsvervangers worden gekozen uit hoge ambtenaren of deskundigen met een bijzondere bekwaamheid op het gebied van werkgelegenheids- en arbeidsmarktbeleid in de lidstaten (artikel 2 van Besluit 2000/98/EG). 

Naar boven