Per 1 januari 2024 is een nieuwe algemene de-minimisverordening (EU/2023/2831) en een nieuwe DAEB-de-minimisverordening (EU/2023/2832) in werking getreden. In die verordeningen worden respectievelijk de algemene de-minimisdrempel naar 300.000 euro over drie jaar en de DAEB-de-minimisdrempel naar 750.000 euro over drie jaar verhoogd. Zie voor meer informatie over deze nieuwe de-minimisverordeningen ook dit ECER-bericht (18 december 2023). Voornaamste wijzigingen in deze de-minimisverordeningen betreffen verhoging van het de-minimisbedrag en de terugkijktermijn van voorheen 3 belastingjaren naar nu de 3 afgelopen jaren.
Overheidsinstanties konden op grond van de vorige reguliere De-minimis-vrijstellingsverordening (nr. 1407/2013) de-minimissteun verlenen aan ondernemingen tot een bedrag van 200.000 euro over 3 belastingjaren en op grond van de vorige de-minimisvrijstellingsverordening voor diensten van algemeen economisch belang (DAEB) ( verordening 2012/360 ) tot een bedrag van 500.000 euro over 3 belastingjaren .
De-minimissteun is geen staatssteun in de zin van artikel 107 EU-Werkingsverdrag omdat de impact van dergelijke steun wordt geacht geen ongunstige beïnvloeding van het EU-interne handelsverkeer met zich te brengen. Als het de-minimissteunbedrag onder de 300.000 euro blijft (bij reguliere de-minimissteun) hoeft de steunmaatregel niet bij de Commissie te worden aangemeld ( artikel 3, leden 1 en 2, De-minimisverordening ). Het bedrag van 300.000 euro geldt per onderneming en over een periode van afgelopen 3 jaren (dat wil zeggen: vanaf het moment van ontstaan van aanspraak op de de-minmissteun, drie jaar terug). Ondernemingen die wensen de-minimissteun te ontvangen dienen wel in een de-minimisverklaring aan te geven dat zij niet eerder al de-minimissteun (tot het toelaatbare bedrag) ontvingen. Ook moet bij de-minimissteun cumulatie van de-minimissteun, met al bijvoorbeeld via een vrijstellingsverordening of goedkeuringsbesluit van de Commissie ontvangen steun, worden voorkomen. Per 2026 zal de verlening van de-minimissteun in een de-minimisregister dienen te worden geregistreerd (artikel 6 De-minimisverordening).
De reguliere De-minimisvrijstellingsverordening is op bepaalde sectoren niet van toepassing ( artikel 1, lid 1 ). De EU heeft ten aanzien van bepaalde uitgezonderde sectoren specifieke de-minimisvrijstellings- verordeningen vastgesteld:
Voor de-minimissteun voor landbouw, visserij of DAEB kunnen nog wel separate eisen zoals het invullen van een de-minimisverklaring, aangaande cumulatie of anderszins gelden. Zie voor meer informatie ook de betreffende verordeningen. De-minimissteun hoeft niet via een kennisgevingsprocedure zoals bij toepassing van de AGVV, LGVV of VVV te worden kennisgegeven bij de Commissie.
Meer informatie: Website Europese Commissie: reguliere de-minimis Website Europese Commissie: de-minimis landbouw en visserij Website Europese Commissie: DAEB de-minimis Rijksoverheid : Handreiking staatssteun voor de overheid (2016) RVO : de-minimissteun landbouw RVO : de-minimissteun visserij