4) “Selectiviteit”
Een maatregel valt alleen onder het steunbegrip als er een selectief voordeel wordt verleend aan één of meer bepaalde ondernemingen, categorieën of groepen van ondernemingen of bepaalde economische sectoren of geografische gebieden. Algemene steunmaatregelen waar bijvoorbeeld alle ondernemingen van kunnen profiteren vallen daar dus buiten. In de rechtspraak is echter wel gepreciseerd dat zelf maatregelen die op het eerste gezicht op alle ondernemingen van toepassing zijn, in zekere mate selectief kunnen zijn en dan dus kunnen worden aangemerkt als maatregelen die bepaalde ondernemingen of producties begunstigen (zie ook zaak C-256/97 DMT en T-127/99 , 129/99 en 148/99 Alava). Noch het grote aantal begunstigde ondernemingen, noch de verscheidenheid en grootte van de sectoren waartoe de ondernemingen behoren, kan grond zijn om een overheidsmaatregel als algemene maatregel van economisch beleid te beschouwen, indien niet alle economische sectoren het voordeel daarvan kunnen genieten (zaak C-75/97 België-Commissie en C-143/99 Adria-Wien Pipeline). Bij het bepalen of een maatregel selectief is, gaat het om de concrete uitwerking van de maatregel in de praktijk. Het kan bij selectiviteit zowel om materiële als regionale selectiviteit gaan. Bij materiële selectiviteit van een steunmaatregel gaat het bijvoorbeeld om een maatregel die alleen geldt voor bepaalde (groepen van) ondernemingen of bepaalde economische sectoren in een EU-lidstaat. Ook een steunmaatregel die een gehele economische sector betreft kan volgens de rechtspraak van het EU-Hof selectief zijn in de zin van artikel 107, lid 1, EU-Werkingsverdrag (arrest OTB Bank, C-672/13 ). Een maatregel die formeel uitsluitend is voorbehouden aan bepaalde ondernemingen (bijvoorbeeld ondernemingen van een bepaalde grootte, actief in bepaalde sectoren of met een bepaalde rechtsvorm, ondernemingen die behoren tot een categorie met bepaalde kenmerken of die binnen een groep met bepaalde taken zijn belast) kan bijvoorbeeld selectief zijn (zaak Paint Graphos C-78/08 en 80/08).
Ten aanzien van regionale selectiviteit vallen in principe alleen maatregelen die gelden voor het hele grondgebied van de lidstaat buiten het selectiviteitsvereiste van artikel 107, lid 1 EU-Werkingsverdrag. Het referentiekader hierbij hoeft echter niet alleen de eigen lidstaat te zijn. Dus niet alle maatregelen die alleen voor bepaalde delen van het grondgebied van een lidstaat van toepassing zijn, zijn automatisch selectief (zaak C-88/03 Commissie/Portugal). Maatregelen met alleen een regionaal of lokaal toepassingsgebied kunnen mogelijk niet selectief zijn, wanneer aan bepaalde criteria, die met name in diverse rechtspraak zijn ontwikkeld, wordt voldaan (zie hierover ook later bij het 6e en 7e criterium van vervalsing van de EU-interne mededinging of verstoring handelsverkeer).
Bij de beoordeling van de selectiviteit van een tarief voor het gebruik van een goed of een dienst van een overheidsinstantie mag slechts rekening worden gehouden met de daadwerkelijke of potentiële klanten van die entiteit en met het goed of de specifieke dienst waarom het gaat. Er mag geen rekening worden gehouden met de klanten van andere ondernemingen uit de sector die soortgelijke goederen of diensten aanbieden (arrest Hansestadt Lübeck, T-461/12 ).