Bescherming bij verwijdering, uitzetting en uitlevering (artikel 19)

Bescherming bij verwijdering, uitzetting en uitlevering (artikel 19)

1. Collectieve uitzetting is verboden.

2. Niemand mag worden verwijderd of uitgezet naar, dan wel worden uitgeleverd aan een staat waar een ernstig risico bestaat dat hij aan de doodstraf, aan folteringen of aan andere onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen wordt onderworpen.

Klik hier voor alle EU-rechtspraak waarin dit artikel wordt geciteerd

Toelichting

Lid 1 van dit artikel heeft dezelfde inhoud en reikwijdte als artikel 4 van het Vierde Protocol bij het EVRM, wat collectieve uitzetting betreft. Dit lid beoogt te waarborgen dat er voorafgaand aan elke beslissing een specifiek onderzoek plaatsvindt en dat er geen algemene maatregel tot uitzetting van alle personen met de nationaliteit van een bepaalde staat kan worden genomen (zie ook artikel 13 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten).

Lid 2 neemt de relevante jurisprudentie van het Europees Hof voor de rechten van de mens over met betrekking tot artikel 3 van het EVRM (zie Ahmed tegen Oostenrijk, arrest van 17 december 1996, Jurispr.1996-VI, blz. 2206, en Soering, arrest van 7 juli 1989).