d. Bijzondere nauwere samenwerking

d. Bijzondere nauwere samenwerking

Naast de algemene bepalingen om een nauwere samenwerking aan te gaan, bevatten de EU-verdragen bijzondere procedurebepalingen voor specifieke gebieden. Het gaat dan om:

  • permanente gestructureerde samenwerking op het gebied van het Gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (artikel 42, lid 6 en 46 van het EU-Verdrag);
  • richtlijnen met minimumvoorschriften ter bevordering van de wederzijdse erkenning van vonnissen en rechterlijke beslissingen en van de justititiële en politiële samenwerking in strafzaken met een grensoverschrijdende dimnsie (artikel 82, lid 3, tweede alinea, EU-Werkingsverdrag);
  • richtlijnen met minimumvoorschriften betreffende de bepaling van strafbare feiten en sancties voor bijzondere zware vormen van criminaliteit (artikel 83, lid 3, tweede alinea, EU-Werkingsverdrag);
  • instelling van een Europees openbaar ministerie (artikel 86, lid 1, derde alinea, EU-Werkingsverdrag);
  • operationale samenwerking in het kader van politiële samenwerking (artikel 87, lid 1, derde alinea, EU-Werkingsverdrag);
  • coördinatie van de eurozone (artikel 136 EU-Werkingsverdrag);
  • Schengensamenwerking (Protocol betreffende het Schengenacquis).