De ICER onderzoekt in dit advies de verenigbaarheid van bijzondere rechten van de overheid bij het bestuur en beheer van vennootschappen, in de wandeling 'golden shares' genoemd, met het vrije kapitaalverkeer (art. 56 EG). De ICER komt tot de conclusie dat de onderzochte publiekrechtelijke en vennootschapsrechtelijke regelingen in overeenstemming met deze rechtspraak zijn. Voorts geeft de ICER richtsnoeren voor het opzetten en toepassen van stelsels van voorafgaande goedkeuring en van verzet achteraf met betrekking tot aandelenoverdrachten. Het vraagstuk is niet alleen van belang voor de centrale overheid die zich zeggenschap voorbehoudt in ondernemingen, maar ook voor de decentrale overheden, met name provincies en gemeenten.