ERK verslag legt tekortkomingen bloot inzake het stelsel en de erkenning van beroepskwalificaties door EU-lidstaten

Asset Publisher

ERK verslag legt tekortkomingen bloot inzake het stelsel en de erkenning van beroepskwalificaties door EU-lidstaten

Bijna negentien jaar na de inwerkingtreding van de Richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties blijft het voor burgers nog altijd lastig om hun beroepskwalificaties door andere EU-lidstaten te laten erkennen. Dat is de conclusie van een speciaal verslag van de Europese Rekenkamer.

Het gaat om Speciaal verslag 10/2024 getiteld ‘De erkenning van beroepskwalificaties in de EU – Een essentieel, maar mondjesmaat en inconsistent gebruikt mechanisme ’ van de Europese Rekenkamer (ERK) dat op 1 juli 2024 is gepubliceerd. Het verslag is in te zien via de website van de ERK.

Achtergrond
Uit artikel 45 e.v. van het EU-Werkingsverdrag volgt dat EU-burgers het recht hebben om zich vrij door de EU te verplaatsen voor beroepsdoeleinden. Ook geeft het EU-Werkingsverdrag EU-burgers het recht om hun bedrijf in een andere EU-lidstaat te vestigen. Hierbij kunnen zij echter tegen problemen aanlopen, zoals het verkrijgen van erkenning van een beroepskwalificatie. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een EU-lidstaat de toegang tot bepaalde beroepsgroepen heeft gereguleerd en een EU-burger niet zonder erkenning van een beroepskwalificatie in die lidstaat een gereglementeerd beroep kan uitoefenen. Lidstaten mogen namelijk regels opstellen voor toegang tot zogeheten “gereglementeerde” beroepen. Te denken valt aan leraren, timmerlieden, civiel ingenieurs of verpleegkundigen.

Om dergelijke obstakels weg te nemen, heeft de Uniewetgever in 2005 de Richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties ( Richtlijn 2005/36/EG ) vastgesteld. Met de richtlijn wordt beoogd om enerzijds te voorkomen dat EU-lidstaten buitensporige voorwaarden stellen aan EU-burgers die in een andere lidstaat aan het werk willen binnen een gereguleerde beroepsgroep. Anderzijds heeft de richtlijn tot doel om te garanderen dat in alle EU-lidstaten dezelfde normen gelden voor diensten die raken aan de volksgezondheid of openbare veiligheid. In 2013 is de richtlijn geactualiseerd en deze moest in 2016 zijn omgezet in nationale wetgeving.

Het speciaal verslag van de ERK
De ERK heeft onderzoek gedaan naar in hoeverre de Europese Commissie erin slaagt om het recht van EU-burgers te waarborgen om werkzaam te zijn in gereguleerde beroepsgroepen en om zich vrij tussen EU-lidstaten te bewegen dan wel een bedrijf in een andere EU-lidstaat te vestigen. Daarbij hebben de auditors van de ERK onderzocht of de Commissie EU-lidstaten ertoe kon bewegen het aantal gereglementeerde beroepen in de EU-lidstaten te verminderen en of EU-burgers gebruik maakten van de opgezette stelsels voor erkenning van beroepskwalificaties. Ook onderzocht de ERK de informatievoorziening van EU-lidstaten aan EU-burgers daarover en controleerde de ERK de monitoring door de Commissie van de gegevens die EU-lidstaten aanleverden.

De ERK komt in het verslag van 1 juli 2024 tot de algemene conclusie dat het mechanisme van erkenning van beroepskwalificaties van groot belang is, maar dat er tot op heden maar weinig en inconsistent gebruik van wordt gemaakt. In het bijzonder stelt de ERK dat op dit moment slechts 6 procent van de EU-burgers die voor beroepsdoeleinden binnen de EU verhuizen gebruik maakt van stelsels voor erkenning van beroepskwalificaties. Daarnaast stelt de ERK dat er tekortkomingen bestaan in de manier waarop EU-lidstaten de richtlijn toepassen. Te denken valt aan afwijkende termijnen, documentatievereisten en vergoedingen. Ondanks dat de Commissie diverse inbreukprocedures is gestart om dergelijke tekortkomingen aan te pakken, blijven ze vaak voortbestaan. Ook constateert de ERK dat door EU-lidstaten onvoldoende rekening werd gehouden met geregistreerde waarschuwingen die zijn afgegeven door andere EU-lidstaten ten behoeve van de erkenning van beroepskwalificaties. Zelfs wanneer het ging om ernstige redenen van wangedrag, tuchtmaatregelen of strafrechtelijke veroordelingen. Verder stelt de ERK dat de informatievoorziening aan EU-burgers die een gereglementeerd beroep in een andere lidstaat willen uitoefenen nog altijd inconsistent en onbetrouwbaar blijkt te zijn. Een positieve ontwikkeling is dat het automatische stelsel voor de erkenning van beroepskwalificaties periodiek wordt geactualiseerd. Er valt echter nog wel winst te behalen in het proces voor actualisering, zoals het stellen van termijnen voor afronding voor de Commissie. Tot slot stelt de ERK dat de nieuwe maatregelen die zijn geïntroduceerd bij de herziening van de richtlijn in 2013 een positieve verandering teweeg brachten, maar dat ze in de praktijk daarentegen weinig toegevoegde waarde hebben.

Het verslag van de ERK bevat tevens een aantal aanbevelingen voor de Commissie om de geïdentificeerde tekortkomingen aan te pakken. Zo beveelt de ERK de Commissie aan om (1) een uniforme toepassing van het erkenningsstelsel te regelen; (2) te zorgen voor betrouwbare en consistente informatievoorziening richting EU-burgers; (3) het waarschuwingsmechanisme in de erkenningsprocedure te integreren; en (4) jaarlijks de lijsten van kwalificaties in bepaalde sectoren (uit bijlage V bij de richtlijn) te actualiseren, in combinatie met het verkorten van de termijn voor het nemen van erkenningsbesluiten via het automatische stelsel voor sectorale beroepen.

Meer informatie:
Nieuwsbericht Europese Rekenkamer
ECER-dossier: Erkenning van beroepskwalificaties