C-199/24 Garrapatica 

Prejudiciële hofzaak     

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    9 mei 2024
Schriftelijke opmerkingen:                    25 juni 2024

Trefwoorden: AVG; persoonsgegevens

Onderwerp:

-             Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens: artikel 85, leden 1 en 2.

Feiten:

Verwerende partij is Garrapatica, beheerder van de ‘Lexbase databank’ waar de persoonsgegevens van personen die bij strafprocedures betrokken zijn geweest op gepubliceerd worden. Verzoekende partij is ‘ND’, een persoon waarvan zijn veroordeling van het plegen van een strafbaar feit op de site was gepubliceerd. ND stelt dat Garrapatica de algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG) heeft geschonden en vordert een schadevergoeding. Volgens Garrapatica is de AVG niet van toepassing omdat Lexbase door een publicatiecertificaat wordt gedekt.

Overweging:

De verwijzende rechter vraagt om uitleg van de verhouding tussen de vrijheid van meningsuiting (en van informatie), en het recht op bescherming van persoonsgegevens. Uit rechtspraak van het Hof volgt dat de AVG lidstaten toestaat om te voorzien in uitzonderingen van de verwerking van persoonsgegevens voor onder meer journalistieke doeleinden. De verwijzende rechter stelt dat er geen nadere verduidelijking is of voor de verspreiding van informatie onder het publiek ook een bepaalde vorm van bewerking is vereist, en vraagt om uitleg.

Prejudiciële vragen:

1. Kunnen de lidstaten op grond van artikel 85, lid 1, van de AVG, naast de wettelijke maatregelen die zij moeten treffen op grond van artikel 85, lid 2, van die verordening, dergelijke maatregelen treffen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens voor andere doeleinden dan journalistieke doeleinden of ten behoeve van academische, artistieke of literaire uitdrukkingsvormen?

2. Indien de vorige vraag bevestigend wordt beantwoord: kan het recht op bescherming van persoonsgegevens op grond van artikel 85, lid 1, van de AVG overeenkomstig die verordening op zodanige wijze in overeenstemming worden gebracht met de vrijheid van meningsuiting en van informatie dat het enige rechtsmiddel dat beschikbaar is voor een persoon wiens persoonsgegevens worden verwerkt door strafrechtelijke veroordelingen die hem betreffen tegen betaling beschikbaar te stellen aan het publiek via het internet, het initiëren van een strafrechtelijke procedure wegens smaad of het vorderen van schadevergoeding wegens smaad is?

3. Indien de eerste of de tweede vraag ontkennend wordt beantwoord: kan de activiteit waarbij strafrechtelijke veroordelingen tegen betaling als openbare documenten beschikbaar worden gesteld aan het publiek via het internet zonder dat deze op enigerlei wijze worden verwerkt of bewerkt, worden aangemerkt als een verwerking van persoonsgegevens die plaatsvindt voor de doeleinden die zijn uiteengezet in artikel 85, lid 2, van de AVG?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-101/01; C-73/07 Satakunnan Markkinapörssi Oy en Satamedia Ov

Specifiek beleidsterrein: JenV