C-682/23 E.B.SP. 

Contentverzamelaar

C-682/23 E.B.SP. 

Prejudiciële hofzaak 

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak , en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    9 februari 2024
Schriftelijke opmerkingen:                    26 maart 2024

Trefwoorden: forumkeuzebeding; cessieovereenkomst

Onderwerp: Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken: artikel 25.

Feiten:

Twee partijen in deze zaak zijn rechtspersonen naar Pools recht, ‘E.B.’ verzoekende partij en ‘K.P.’ verwerende partij. Er is nog een partij betrokken, ‘E.S.A.’, welke een rechtspersoon is naar Roemeens recht. E.S.A. had een vordering jegens K.P. vanwege het in gebreke blijven van een overeenkomst. Deze vordering draagt E.S.A. over aan E.B. E.B. vordert daarna de schadevergoeding van K.P. In het verweerschrift heeft K.P. de exceptie van internationale bevoegdheid van de Roemeense rechterlijke instanties ingeroepen, welke was gekozen onder het forumkeuzebeding. Volgens K.P. zijn de Poolse gerechten bevoegd om kennis te nemen van het geding, niet de Roemeense. Daarnaast stelt K.P. dat E.B. een derde is ten opzichte van de overeenkomst waarin het forumkeuzebeding is opgenomen en zich daardoor als cessionaris niet op dat beding kan beroepen.

Overweging:

Het is de verwijzende rechter niet duidelijk welke uitleg gegeven moet worden aan artikel 25 van de verordening nr. 1215/2012. Hij twijfelt met name of de derde die zich op het forumkeuzebeding beroept, in dit geval een cessionaris van schuldvorderingen, enkel de schuldvordering en de daaraan verbonden rechten overneemt, of ook de verplichtingen waaraan de oorspronkelijke contractpartij gebonden was. De onduidelijkheid voor de verwijzende rechter is dat de derde-cessionaris niet in alle rechten en verplichtingen van de cedent-partij bij de overeenkomst is getreden, maar deze zich wel beroept op het forumkeuzebeding. Hiermee maakt de derde-cessionaris volgens de verwijzende rechter in feite aanspraak op een recht jegens de gecedeerde schuldenaar, omdat die met dat beding ingestemd heeft door de overeenkomst te ondertekenen.

Prejudiciële vragen:

1. Kan artikel 25 van verordening nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad [van 12 december 2012] betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken aldus worden uitgelegd dat de cessionaris van een schuldvordering uit een overeenkomst voor de uitvoering van werken zich jegens de oorspronkelijke partij bij de overeenkomst kan beroepen op het forumkeuzebeding daarin, wanneer bij de cessieovereenkomst volgens het ten gronde toepasselijke nationale recht de vordering en de nevenvorderingen ervan zijn overgedragen, maar niet de verplichtingen die uit de overeenkomst voortvloeien?

 

2. Is het in een geval als het vorenbedoelde voor de bepaling van de bevoegde rechterlijke instantie van belang dat de partij die het forumkeuzebeding heeft ondertekend en tegen wie de rechtsvordering is gericht, zich tegen die bepaling verzet? Kan de cessionaris, een derde, zich slechts op het forumkeuzebeding beroepen indien die partij bij de overeenkomst vóór of ten tijde van het instellen van de rechtsvordering opnieuw haar instemming verleent?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-543/10 Refcomp SpA; C-352/13 CDC Hydrogen Peroxide; C-436/16 Leventis en Vafias; C-519/19 DelayFix; C-71/83, C-159/97, C-387/98 Coreck Maritime; C-201/82 Gerling Konzern Speziale Kreditversicherung AG and Others v Amministrazione del Tesoro dello Stato

Specifiek beleidsterrein: EZK; JenV

Gerelateerde documenten