Het protocol tussen Italië en Albanië, dat op 21 februari 2024 wettelijk is vastgelegd, bepaalt dat de Albanese regering bepaalde delen van haar grondgebied ter beschikking stelt van Italië voor de bouw van een detentiecentrum voor vreemdelingenbewaring dat volledig onder Italiaans gezag valt en met het oog op bestuurlijke procedures inzake migratie gelijk wordt gesteld aan grens- of doorgangszones. Personen die om internationale bescherming verzoeken en die in extraterritoriale wateren zijn opgepikt door schepen van de Italiaanse autoriteiten, op wie de versnelde grensprocedure van toepassing is (personen die uit een veilig land van herkomst komen), kunnen in dergelijke zones worden vastgehouden. Italiaanse rechters stellen het Hof vragen over de aanmerking van een derde land als veilig. Kan de wetgever zelf de lijst van veilige landen opstellen? Is een en ander toetsbaar door de rechter (en moeten dus de bronnen ter onderbouwing van die aanwijzing als veilig land toegankelijk en verifieerbaar zijn)? Is een land nog als veilig te beschouwen als het dat niet is voor bepaalde categorieën van personen? Deze zaken zijn de eerste die in deze context worden behandeld, andere zaken die soortgelijke vragen van Italiaanse rechters bevatten, zijn aanhangig.
In 2015 lanceerde Google Android Auto, een app voor mobiele apparaten met een Android-besturingssysteem waarmee gebruikers toegang hebben tot bepaalde apps op hun smartphone via het geïntegreerde beeldscherm van een auto. Externe ontwikkelaars kunnen versies van hun eigen apps maken die compatibel zijn met Android Auto door gebruik te maken van sjablonen van Google. Enel X, dat deel uitmaakt van de Enel Group, biedt oplaaddiensten voor elektrische auto's aan. In mei 2018 lanceerde het bedrijf JuicePass, een app die een aantal functies biedt voor het opladen van elektrische voertuigen. In september 2018 vroeg Enel X aan Google om JuicePass compatibel te maken met Android Auto. Google weigerde en stelde dat, bij gebrek aan een specifiek sjabloon, media- en messaging-apps de enige apps van derden waren die compatibel waren met Android Auto. De Italiaanse mededingingsautoriteit oordeelde dat het gedrag van Google in strijd was met de EU-mededingingsregels. Google vocht deze beslissing aan bij de Italiaanse Raad van State, die de zaak doorverwees naar het Hof van Justitie.
Net als andere ambtsdragers en ambtenaren kunnen rechters geconfronteerd worden met een verlaging van hun salaris. Poolse en Litouwse rechters vragen het Hof te verduidelijken in hoeverre dergelijke aanpassingen stroken met de beginselen van de rechtsstaat, zoals de onafhankelijkheid van de rechtrelijke macht en de scheiding der machten.
Worden patiënten die geneesmiddelen enkel op doktersvoorschrift kunnen aankopen en die worden aangetrokken door een korting van een buitenlandse postorderapotheek verlokt tot het consumeren van geneesmiddelen? Bestaat er een reële behoefte om deze patiënten te beschermen tegen verkeerd en overmatig gebruik van geneesmiddelen? In de onderhavige zaak verschijnt DocMorris, een Nederlandse postorderapotheek, ten aanzien waarvan het Hof reeds herhaaldelijk zaken heeft behandeld, opnieuw ten tonele, waarbij het ditmaal om kortingen gaat. Dergelijke praktijken zijn een doorn in het oog van de marktdeelnemers die reeds stevige voet aan de grond hebben op de nationale markt. Zij voeren aan dat het verlenen van kortingen op de verkoop van receptplichtige geneesmiddelen „reclame voor geneesmiddelen” in de zin van richtlijn 2001/83/EG vormt. Het Bundesgerichtshof, dat wordt geconfronteerd met tegenstrijdige rechtspraak van de lagere Duitse rechterlijke instanties, verzoekt om verduidelijking van het begrip „reclame”, met name in de context van een reeks arresten die het Hof de afgelopen tien jaar heeft gewezen.
Mag de maximumvergoeding voor een makelaar wettelijk worden beperkt? Concreet gezien gaat het over Sloveense wetgeving die bepaalt dat de vergoeding voor een makelaar bij de aankoop of verkoop van een eengezinswoning of appartement aan een natuurlijk persoon niet meer dan 4 % van de contractprijs mag bedragen.
Een telecomprovider heeft geweigerd om voor een Oostenrijkse klant een overeenkomst voor mobiele telefonie te sluiten waarvoor maandelijks 10 euro zou moeten worden betaald, op grond dat zij niet voldoende kredietwaardig zou zijn. De vermeende onvoldoende kredietwaardigheid van de klant was gebaseerd op een geautomatiseerde beoordeling van haar kredietwaardigheid door Dun & Bradstreet Austria, een onderneming die gespecialiseerd is in het verstrekken van kredietratings. De klant heeft bij de Oostenrijkse autoriteit voor gegevensbescherming een verzoek ingediend om relevante informatie te verkrijgen over de onderliggende logica van de geautomatiseerde besluitvorming door D & B. Deze autoriteit heeft dit verzoek ingewilligd. D & B is bij het Bundesverwaltungsgericht (federale bestuursrechter in eerste aanleg, Oostenrijk) opgekomen tegen het besluit van de Oostenrijkse autoriteit voor gegevensbescherming waarbij zij werd verplicht de door de klant gevraagde informatie te verstrekken. De vraag rijst met name wat moet worden verstaan onder “nuttige informatie over de onderliggende logica” van geautomatiseerde besluitvorming in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming en hoe een afweging moet worden gemaakt tussen enerzijds het recht van inzage in dergelijke informatie en anderzijds de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen, zoals het bedrijfsgeheim.