Primaire en secundaire vestiging

Primaire en secundaire vestiging

Artikel 49 EU-Werkingsverdrag heeft betrekking op twee typen vestiging van ondernemingen. Ten eerste heeft het betrekking op het oprichten en beheren van ondernemingen in een andere lidstaat. Deze vorm van vestiging wordt ook wel aangeduid als primaire vestiging. Primaire vestiging houdt in dat de onderneming het zwaartepunt van zijn economische activiteit naar een andere lidstaat verplaatst.

Ten tweede heeft artikel 49 EU-Werkingsverdrag betrekking op het oprichten van agentschappen, filialen en dochterondernemingen. Deze vorm van vestiging wordt aangeduid als secundaire vestiging. Het EU-Werkingsverdrag geeft geen definitie van de begrippen agentschap, filiaal en dochteronderneming. Volgens het EU-Hof impliceren de begrippen filiaal, agentschap, dochteronderneming of enige andere vestiging:

"een centrum van werkzaamheid, dat zich naar buiten toe duurzaam manifesteert als het verlengstuk van een moederbedrijf, met een eigen directie en materiƫle uitrusting, zodat het zaken met derden kan doen, en wel dusdanig dat dezen, ofschoon wetend dat eventueel een rechtsband met het in het buitenland gevestigde moederbedrijf zal ontstaan, zich niet rechtstreeks daartoe behoeven te wenden en zaken kunnen doen in bedoeld centrum, dat het verlengstuk ervan vormt." (C-33/78, Somafer)

Naar boven