A-G: sommige FIFA-regels voor transfers van voetbalspelers zijn mogelijk in strijd met het Unierecht

Contentverzamelaar

A-G: sommige FIFA-regels voor transfers van voetbalspelers zijn mogelijk in strijd met het Unierecht

De FIFA-regels betreffende de status en transfer van spelers (RSTP) zijn beperkend van aard en mogelijk slechts in bepaalde omstandigheden gerechtvaardigd. Die regels voor de contractuele betrekkingen tussen spelers en clubs zijn mogelijk in strijd zijn de Europese regels inzake mededinging en het vrije verkeer van personen. Dat is het advies van advocaat-generaal Szpunar aan het EU-Hof naar aanleiding van vragen van de Belgische rechter.

Het gaat om de conclusie van Advocaat-Generaal (hierna: A-G) Szpunar van 30 april 2024 in zaak C-650/22 (FIFA).

Achtergrond
Een ex-profvoetballer vecht de regels voor de contractuele relaties tussen spelers en clubs aan. Die regels, genaamd de „Regulations on the Status and Transfer of Players” (RSTP; regels betreffende de status en transfer van spelers), zijn vastgesteld door de Fédération Internationale de Football Association (FIFA), die verantwoordelijk is voor de organisatie van voetbalcompetities op mondiaal niveau.

Deze regels, die zowel door de FIFA als door de bij de FIFA aangesloten nationale voetbalbonden worden gehanteerd, zijn onder meer van toepassing wanneer er tussen een speler en een club een geschil is over de beëindiging van het contract zonder dat daar een gerechtvaardigde reden voor is. In dat geval zijn de speler en een club die hem in dienst wil nemen hoofdelijk aansprakelijk voor elke aan zijn voormalige club te betalen schadevergoeding. De speler en zijn nieuwe club kunnen ook sportieve en financiële sancties opgelegd krijgen als zij zich niet aan de regels houden. De bond waarbij de voormalige club van de speler aangesloten is, kan bovendien weigeren om een internationaal transfercertificaat af te geven aan de bond waarbij de nieuwe club van de speler aangesloten is zolang het geschil met de voormalige club voortduurt.

De profvoetballer in deze zaak had getekend bij de Russische voetbalclub Lokomotiv Moskou, maar zag zijn contract een jaar later door die club beëindigd worden. De aangevoerde reden daarvoor was dat het contract was geschonden „en zonder gerechtvaardigde reden was beëindigd”.
Lokomotiv Moskou heeft bij de Dispute Resolution Chamber (orgaan voor geschillenbeslechting) van de FIFA een schadevergoeding gevorderd, waarop de speler een tegenvordering heeft ingesteld om een schadevergoeding te verkrijgen voor onbetaald loon. De speler stelt dat zijn zoektocht naar een nieuwe club werd bemoeilijkt door het feit dat die club op basis van de RSTP samen met hem hoofdelijk aansprakelijk zou worden gesteld om eventueel een schadevergoeding te betalen aan Lokomotiv Moskou. Hij voert aan dat een mogelijke transfer naar de Belgische club Sporting du Pays de Charleroi is afgeketst door de RSTP en heeft de FIFA en de KBVB (bestuursorgaan van het Belgische voetbal) voor de Belgische rechter gedaagd om schade in de vorm van inkomstenderving vergoed te krijgen ter hoogte van 6 miljoen euro.

Conclusie A-G
In zijn conclusie geeft advocaat-generaal Maciej Szpunar het EU-Hof in overweging om de door de Belgische rechter gestelde vragen aldus te beantwoorden dat de FIFA-regels voor de contractuele betrekkingen tussen spelers en clubs mogelijk in strijd zijn met de Europese regels die zien op de mededinging en het vrije verkeer van personen.

De A-G stelt zich op het standpunt dat er geen twijfel kan bestaan over het beperkende karakter van de RSTP waar het gaat om het vrije verkeer. Door deze bepalingen raken clubs ontmoedigd en nemen zij een speler in zo’n situatie niet in dienst omdat zij financiële risico’s vrezen. Door de sportieve sancties voor de club die de speler wel in dienst neemt, kan deze daadwerkelijk verhinderd zijn om zijn beroep uit te oefenen bij een club in een andere lidstaat.

Wat het mededingingsrecht betreft, is de A-G van oordeel dat de RSTP, wanneer een speler zijn contract zonder gerechtvaardigde reden heeft beëindigd, het naar hun aard voor de speler moeilijker maken om van club te veranderen, en omgekeerd voor een (nieuwe) club om hem in dienst te nemen. Op die manier beperken de RSTP het vermogen van clubs om spelers te contracteren, waardoor zij hoe dan ook van invloed zijn op de concurrentie tussen clubs op de markt voor de werving van profspelers.

Beperkingen op de mededinging kunnen volgens de A-G alleen gerechtvaardigd zijn als zij tot gevolg hebben dat de mededinging tussen clubs wordt beperkt en er is aangetoond dat zij strikt noodzakelijk zijn om een of meer legitieme doelstellingen na te streven. Ook beperkingen op het vrije verkeer van werknemers kunnen gerechtvaardigd zijn als wordt aangetoond dat het mogelijk is om de hoofdelijke aansprakelijkheidsregel niet toe te passen wanneer er wordt vastgesteld dat de nieuwe club niet betrokken was bij de voortijdige en onterechte beëindiging van het contract van de speler. De regels voor de afgifte van het internationale transfercertificaat zijn mogelijk gerechtvaardigd als er – wanneer er alleen maar wordt beweerd dat de speler de voorwaarden van zijn contract niet heeft nageleefd en de club het contract daarom heeft beëindigd – kan worden aangetoond dat doeltreffende, reële en snelle voorlopige maatregelen kunnen worden genomen.

Opmerking : een conclusie van een A-G is een advies aan het EU-Hof. Het EU-Hof is volledig vrij daarvan af te wijken. Het is nog niet bekend wanneer de uiteindelijke uitspraak van het EU-Hof zal verschijnen. Dit kan nog enkele maanden duren. De uitspraak van het EU-Hof is wel bindend.

Meer informatie:
Persbericht Curia
ECER-dossier: Mededinging
ECER-dossier: Vestiging (vrij verkeer (personen)
ECER-dossier: Werknemers (vrij verkeer)