C-13/20 Top System
Prejudiciële hofzaak
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 5 maart 2020 Schriftelijke opmerkingen: 20 april 2020
Trefwoorden : decompilatie, computerprogramma’s, rechtsbescherming
Onderwerp :
Richtlijn 91/250/EEG van de Raad van 14 mei 1991 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma’s
Feiten:
Het bureau voor selectie en oriëntatie (Selor) van overheidspersoneel heeft een onlinesollicitatiesysteem. De onderneming Top System ontwikkelt computerprogramma’s. Daartoe heeft zij haar eigen „Top System Framework” (TSF) ontworpen. Om Selor in staat te stellen de online ingediende sollicitaties te behandelen, heeft Top System op verzoek van Selor verschillende nieuwe toepassingen ontwikkeld (Selortoepassingen). Deze Selortoepassingen bestaan enerzijds uit componenten die „op maat” zijn ontworpen om aan de behoeften en de eisen van Selor te voldoen en anderzijds uit TSF-componenten. Top System en Selor hebben hun samenwerking gedurende verschillende jaren voortgezet. Naar aanleiding van technische problemen die maar niet opgelost raakten, besloot Selor echter zelf een oplossing te zoeken. Begin 2019 stelde Top System vast dat er technische veranderingen waren aangebracht in het met de Selortoepassingen geïnstalleerde TSF. Bij beschikking van 02-02-2009 heeft de voorzitter van de rechtbank van koophandel Brussel het verzoek van Top System om beschrijvend beslag ingewilligd. Op 06-07-2009 heeft Top System de Belgische Staat voor de rechter gedaagd teneinde te laten vaststellen dat Selor het TSF in strijd met de exclusieve rechten van Top System had gedecompileerd en zich bijgevolg schuldig had gemaakt aan namaak, en de Belgische Staat te laten veroordelen tot betaling van schadevergoeding aan Top System wegens de decompilatie van het TSF en het kopiëren van de broncode ervan. de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg Brussel heeft de vordering ongegrond verklaard waarna Top System hoger beroep heeft ingesteld. Top System verwijt Selor dat het haar „TSF-programma” heeft gedecompileerd hoewel dit noch contractueel noch wettelijk is toegestaan. Zij stelt dat het TSF niet voor Selor is ontwikkeld en niet door dit laatste is gefinancierd, maar door haar intern is ontwikkeld en uitsluitend haar toebehoort.
Overweging:
Het hof van beroep benadrukt dat Top System niet alle broncodes van de Selortoepassingen heeft geleverd. Toen Selor vaststelde dat het contract niet werd uitgevoerd, had het Top System echter moeten sommeren om de broncodes te bezorgen, in plaats van zelf de objectcode te ecompileren. Aangezien Selor heeft nagelaten Top System aan te manen om de broncodes te verstrekken waarop het contractueel recht had, en zich bewust buiten het kader voor uitvoering van het contract heeft geplaatst, is het aan Selor om aan te tonen dat het voldeed aan de wettelijke voorwaarden om een decompilatie te verrichten. Volgens het hof van beroep is de uitzondering van artikel 5, lid 3, van de richtlijn niet van toepassing. Deze bepaling staat de persoon die gerechtigd is een kopie van een computerprogramma te gebruiken slechts toe om de werking van het programma te observeren, te bestuderen en uit te testen teneinde vast te stellen welke ideeën en beginselen aan enig element van het programma ten grondslag liggen, indien hij dit doet bij het rechtmatig laden of in beeld brengen, de uitvoering, transmissie of opslag van het programma. Het hof van beroep is van oordeel dat de decompilatie door Selor duidelijk buiten dit kader valt. De vraag is dus of de gehele of gedeeltelijke decompilatie van een omputerprogramma een van de handelingen is als bedoeld in artikel 4, onder a) en b), van richtlijn 91/250, die een rechtmatige gebruiker van een programma kan verrichten om fouten te verbeteren.
Prejudiciële vragen:
1) Moet artikel 5, lid 1, van richtlijn 91/250/EEG van de Raad van 14 mei 1991 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma’s aldus worden uitgelegd dat het de legitieme koper van een computerprogramma toestaat om dit programma geheel of gedeeltelijk te decompileren wanneer dat noodzakelijk is om fouten te kunnen verbeteren die de werking van het computerprogramma beïnvloeden, ook wanneer de verbetering bestaat in de deactivering van een functie die de goede werking verstoort van de toepassing waarvan dat programma deel uitmaakt?
2) Zo ja, moet dan ook aan de voorwaarden van artikel 6 van de richtlijn of aan andere voorwaarden worden voldaan? instanties van de overige lidstaten die bij een goederencorridor zijn betrokken?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie:
Specifiek beleidsterrein: JenV