C-157/25 Jas Forwarding Worldwide (Belgium)  

Contentverzamelaar

C-157/25 Jas Forwarding Worldwide (Belgium)  

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     2 april 2025
Schriftelijke opmerkingen:                     19 mei 2025

Trefwoorden: zonnepanelen, oorsprongsvermeldingen, antidumping, ontduiking invoerrechten

Onderwerp: Uitvoeringsverordeningen 2016/184, 2016/185, 2017/366 en 2017/367.
 
Deze zaak betreft een strafzaak tegen meerdere bedrijven, waaronder ‘JAS Forwarding World Wide (Belgium) NV’, wegens verdenking van fraude met antidumpingrechten en compenserende rechten op de invoer van zonnepanelen uit China, Taiwan en Maleisië. De beklaagden worden ervan verdacht via onjuiste oorsprongsvermeldingen, verkeerde goederencodes en onjuiste handelsdocumenten invoerrechten te ontduiken. 

De Belgische rechter vraagt om uitleg van Uitvoeringsverordeningen 2016/184, 2016/185, 2017/366 en 2017/367, om te kunnen bepalen welke oorsprongsvermeldingen bij deze zonnepanelen horen.

Prejudiciële vragen: 
1) Dienen fotovoltaïsche modules of panelen van kristallijn silicium die werden geassembleerd in Zuid-Korea of Vietnam met fotovoltaïsche cellen geproduceerd in Maleisië of Taiwan en vervolgens werden ingevoerd in de EU vanuit Zuid-Korea of Vietnam, te worden beschouwd als zijnde “verzonden uit Maleisië of Taiwan" in de zin van Uitvoeringsverordeningen 2016/184, 2016/185, 2017/366 en 2017/367 waarbij de fotovoltaïsche modules of panelen van kristallijn silicium moeten worden aangegeven met als "land van verzending" Maleisië of Taiwan en met de relevante goederencodes voorfotovoltaïsche modules of panelen van kristallijn silicium "ingevoerd uit Maleisië of Taiwan"? 

2) Indien vraag 1 bevestigend wordt beantwoord, moeten in dat geval artikel 1, lid 2 van Uitvoeringsverordeningen 2016/184 en 2016/185 en van artikel 4, lid 2 van Uitvoeringsverordeningen 2017/366 en 2017/367 aldus worden uitgelegd dat de vrijstellingen die aan de genoemde ondernemingen zijn verleend, nog kunnen worden toegepast Indien de geldige handelsfacturen met verklaring met betrekking tot de fotovoltaïsche cellen pas na de inklaring van de fotovoltaïsche modules werden overgemaakt aan de douane? 

3) Indien vraag 1 bevestigend wordt beantwoord, moet in dat geval de verklaring op de geldige handelsfactuur de exacte bewoordingen en (vormvereisten van artikel 4, lid 2 van Uitvoeringsverordeningen 2017/366 en 2017/367 en artikel 1, lid 2 van Uitvoeringsverordeningen 2016/184 en 2016/185 omvatten of kan van deze bewoording en (vorm)vereisten worden afgeweken al dan niet ondersteund door andere bewijsmiddelen die de juistheid en authenticiteit van de factuurverklaring ondersteunen?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-226/18

Specifiek beleidsterrein: FIN