C-159/23 Sony Computer Entertainment Europe
Prejudiciële hofzaak
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar). Termijnen: Motivering departement: 15 mei 2023 Schriftelijke opmerkingen: 1 juli 2023
Trefwoorden: intellectuele eigendom, inbreuk op auteursrecht, rechtsbescherming van computerprogramma’s.
Onderwerp:
• Artikel 1, leden 1 tot en met 3, en artikel 4, onder b) van Richtlijn 2009/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma’s (hierna: „richtlijn 2009/24”).
Feiten:
Verzoekster verkoopt als exclusieve licentiehouder voor Europa PlayStation-spelconsoles, in het bijzonder de tot 2014 verkochte PlayStation Portable (PSP) alsook spellen voor deze consoles. Verweerders Datel Design and Development Ltd. en Datel Direct Ltd. maken deel uit van de Datel Holdings Group, die software ontwikkelt, produceert en verkoopt, met name aanvullende producten voor de spelconsoles van verzoekster. De software van verweerders werkt uitsluitend met de originele spellen van verzoekster. Verzoekster stelt dat de gebruikers met de softwareproducten van verweerders de aan haar spellen ten grondslag liggende software hebben veranderd en hierdoor op ontoelaatbare wijze inbreuk hebben gemaakt op haar auteursrecht. Hiervoor zijn verweerders volgens verzoekster aansprakelijk. Subsidiair beroept verzoekster zich op haar rechten uit hoofde van het mededingingsrecht uit en meer subsidiair op het recht inzake onrechtmatige daad op grond van de inbreuk op activiteiten van haar opgerichte en geëxploiteerde onderneming.
Overweging:
De softwareproducten van verweerders werken zo dat zij niet het laden van het programma in het werkgeheugen, maar het verloop van de programma’s door het wijzigen van variabelen beïnvloeden. Niet de bevelen in het werkgeheugen zelf worden gewijzigd, maar alleen de variabele gegevens die de spelsoftware tijdens het spelen in het werkgeheugen opslaat. Ook de programmabevelen van de spelsoftware van verzoekster blijven actief en hun interne structuur wordt niet gewijzigd. Enkel de uit het lopende spel gegenereerde gegevens in het werkgeheugen worden gewijzigd. Hierdoor worden de bevelen van het spel op basis van andere waarden uitgevoerd dan de waarden die op dat moment zouden zijn ontstaan bij een normale uitvoering van het spel. Bepaalde in het spel gegenereerde gegevens worden door de softwareproducten van verweerders in het werkgeheugen vervangen door waarden die het spel zelf ook kent en kan interpreteren. Op die manier wordt voor het programma een toestand gesimuleerd die zich bij de normale uitvoering van het spel weliswaar kan voordoen en aan het programma inherent is, maar die zich bij de specifieke spelstand niet zou voordoen. Het beïnvloedt alleen het tijdstip en de frequentie waarmee het spel dit ook oorspronkelijk in het programma bestaande bevel uitvoert.
Voor de verwijzende rechter is daarom beslissend of de inhoud van de variabelen die door het computerprogramma in het werkgeheugen van de spelconsole worden geplaatst en gebruikt, nog binnen de omvang van de bescherming van het recht tot verandering van het computerprogramma valt. De verwijzende rechter betwijfelt of de beïnvloeding van de tijdens het spel gegenereerde variabele gegevens in het werkgeheugen alleen al een inbreuk op het auteursrecht op een computerprogramma oplevert.
Op grond van artikel 1, lid 1, van richtlijn 2009/24 worden computerprogramma’s door lidstaten auteursrechtelijk beschermd. Volgens de verwijzende rechter is het twijfelachtig of bij de bepaling van de omvang van deze bescherming van het computerprogramma rekening kan worden gehouden met de bedoeling van de programma-ontwikkelaar, die wordt bepaald door de wens om een onderhoudend spelverloop te creëren, om alleen de variabele gegevens die tijdens het verloop van het programma worden gegenereerd wanneer het in overeenstemming met de spelregels wordt gespeeld, als basis voor de programmabevelen te gebruiken. volzin). De ideeën en beginselen die aan enig computerprogramma ten grondslag liggen, worden niet krachtens deze richtlijn auteursrechtelijk beschermd (tweede volzin; zie ook overweging 11 van die richtlijn). Verder bepalen zowel artikel 2 van het WIPO-Verdrag inzake het auteursrecht als artikel 9, lid 2, van de TRIPs dat de bescherming van het auteursrecht betrekking heeft op uitdrukkingsvormen, en niet op denkbeelden, procedures, werkwijzen of mathematische concepten als zodanig. Noch de functionaliteit van een computerprogramma, noch de programmeertaal of het bestandsformaat waarvan in het kader van een computerprogramma voor bepaalde functies van het programma gebruik wordt gemaakt, vormt een uitdrukkingswijze van dat programma. Anders zou de mogelijkheid worden geboden om ideeën te monopoliseren ten koste van de technische vooruitgang en de industriële ontwikkeling indien wordt erkend dat de functionaliteit van een computerprogramma auteursrechtelijk kan worden beschermd. Hieruit concludeert de verwijzende rechter dat het resultaat van het gebruik van een computerprogramma gedurende het verloop van het programma waarschijnlijk niet onder de bescherming van het computerprogramma valt.
Partijen zijn het verder niet over eens of het noodzakelijk is dat de kern van het computerprogramma in de vorm van de bron- of objectcode wordt gewijzigd, om aan te kunnen nemen dat er sprake is van een verandering in de zin van artikel 4, lid 1, onder b), van richtlijn 2009/24. Verzoekster stelt dat het voldoende is om van een verandering uit te kunnen gaan dat in het verloop van het computerprogramma wordt ingegrepen zonder dat de kern van het programma wordt aangetast. Daarentegen stellen verweerders dat bij een verandering altijd sprake moet zijn van een invloed op de bron- of deelcode en in die zin van de inhoud van het computerprogramma. De verwijzende rechter neigt naar die laatste benadering.
Prejudiciële vragen:
1. Is er sprake van een inbreuk op de omvang van de bescherming van een computerprogramma volgens artikel 1, leden 1 tot en met 3, van richtlijn 2009/24/EG wanneer niet de doel- of broncode van een computerprogramma of de reproductie ervan wordt gewijzigd, maar een gelijktijdig met het beschermde computerprogramma gebruikt ander programma de inhoud van variabelen wijzigt die het beschermde computerprogramma in het werkgeheugen heeft geplaatst en tijdens het verloop van het programma gebruikt?
2. Is er sprake van een verandering in de zin van artikel 4, lid 1, onder b), van richtlijn 2009/24/EG wanneer niet de doel- of broncode van een computerprogramma of de reproductie ervan wordt gewijzigd, maar een gelijktijdig met het beschermde computerprogramma gebruikt ander programma de inhoud van variabelen wijzigt die het beschermde computerprogramma in het werkgeheugen heeft geplaatst en tijdens het verloop van het programma gebruikt?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: Top System, C-13/20; Bezpečnostní softwarová asociace, C‑ 393/09; SAS Institute, C-406/10.
Specifiek beleidsterrein: EZK, JenV