C-181/25 Assessorato regionale della Salute  

Contentverzamelaar

C-181/25 Assessorato regionale della Salute  

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     1 mei 2025
Schriftelijke opmerkingen:                     17 juni 2025

Trefwoorden: toegang tot de zorgmarkt, interne markt, mededinging, gelijke behandeling

Onderwerp: Richtlijn 2006/123/EG betreffende diensten op de interne markt: overweging 22 en art. 2(2)(f); VEU: art. 3(3); VWEU: art. 3(1)(c), art. 106, art. 116, art. 117(1) en art. 267.

De Italiaanse mededingingsautoriteit heeft beroep ingesteld tegen de regio Sicilië, omdat die volgens haar de verdeling van overheidsmiddelen voor particuliere zorginstellingen baseert op het volgens hen discriminerende criterium van ‘historische kosten’. De financiering wordt namelijk gebaseerd op hoeveel zorg een instelling in het verleden heeft geleverd, en daar wordt het budget voor de komende jaren op voortgebouwd, ongeacht of andere instellingen inmiddels betere diensten aanbieden. Hierdoor worden nieuwe instelling benadeeld, zij hebben immers geen of weinig historische kosten gemaakt. De verwijzende rechter vraagt zich af of zulke financieringspraktijken in strijd zijn met EU-regels inzake mededinging en de interne markt, ondanks dat gezondheidszorg buiten de reikwijdte van de Dienstenrichtlijn valt.

Prejudiciële vragen: 
[1] Heeft de uitsluiting van ,gezondheidszorg’ van de werkingssfeer van richtlijn 2006/123/EG gevolgen voor de volledige toepassing van de beginselen inzake de bescherming van de mededinging, specifiek met betrekking tot de mogelijkheid voor geaccrediteerde particuliere entiteiten om overeenkomsten te sluiten als bedoeld in artikel 8-quinquies van wetsbesluit nr. 502 van 1992, met name gelet op artikel 3, [lid] 3, VEU en artikel 3, lid 1, onder b), de artikelen 106 en 116 en artikel 117, lid 1, VWEU? 

[2] Indien vraag 1) ontkennend wordt beantwoord, is het criterium van de zogenoemde historische kosten, dat wordt toegepast bij de toewijzing aan geaccrediteerde particuliere ondernemingen van het budget waarvoor afzonderlijke overeenkomsten moeten worden gesloten overeenkomstig artikel 8- quinquies van wetsbesluit nr. 502 van 1992, in strijd met artikel 3, [lid] 3, VEU en artikel 3, lid 1, onder b), de artikelen 106 en 116 en artikel 117, lid 1, VWEU indien de regionale overheid uitsluitend of voornamelijk, dan wel overwegend dit criterium toepast? 

[3] Staan de bepalingen van artikel 3, [lid] 3, VEU en artikel 3, lid 1, onder b), de artikelen 106 en 116 en artikel 117, lid 1, VWEU en, meer in het algemeen, de beginselen inzake de bescherming van de mededinging en de vrije markt in de weg aan regionale bepalingen volgens welke voor de toegang tot de markt van zorgdiensten die door geaccrediteerde particuliere instellingen met overheidsmiddelen worden verricht, en dus voor de eerste overeenkomst, in een vast initieel budget is voorzien dat de regionale overheid vooraf heeft vastgesteld zonder daarbij rekening te houden met de efficiëntie en de capaciteit van de dienstverrichter, de specifieke behoeften van de te behandelen patiënten, de plaats binnen het grondgebied waar de diensten worden verricht, het beschikbare personeel en de technologische uitrusting waarover de dienstverrichter beschikt? 

[4] Indien bij de beantwoording van vraag 3) wordt geoordeeld dat de vaststelling van een vast initieel budget verenigbaar is met artikel 3, [lid] 3, VEU en artikel 3, lid 1, onder b), de artikelen 106 en 116 en artikel 117, lid 1, VWEU en, meer in het algemeen, met de beginselen inzake de bescherming van de mededinging en de vrije markt, hangt deze verenigbaarheid dan af van de hoogte van het initiële budget dat de regionale overheid vooraf heeft vastgesteld als een vast bedrag dan wel in verhouding tot de bedragen van de budgetten die zijn toegekend aan andere geaccrediteerde particuliere entiteiten die in dezelfde sector of specialisatie werkzaam zijn en reeds in het bezit van een overeenkomst zijn?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: -

Specifiek beleidsterrein: VWS; EZ

Gerelateerde documenten