C-190/25 Zelabrich
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 8 mei 2025 Schriftelijke opmerkingen: 24 juni 2025
Trefwoorden: echtscheiding, Brussel II bis – verordening, bevoegdheid rechter
Onderwerp: Verordening 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid: art. 19(1) en art. 21.
In 2022 heeft een Duitse echtgenoot bij een (Duitse) rechtbank een echtscheiding aangevraagd van zijn Italiaanse echtgenote. Hij heeft ook een kerkelijke nietigverklaring in Italië van het huwelijk verzocht. De Duitse rechter schorste de zaak in afwachting van de uitkomst in Italië. De rechter vraagt zich af of een Italiaanse erkenningsprocedure van een kerkelijke nietigverklaring van het huwelijk onder artikel 19, lid 1, van de Brussel II bis-verordening valt, en zo ja, of hij dan zijn uitspraak mag uitstellen in strijd met dat artikel om tegenstrijdige uitspraken te voorkomen.
Prejudiciële vragen: Het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: „Hof”) wordt krachtens artikel 267, tweede alinea, VWEU verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen betreffende de uitlegging van artikel 19, lid 1, en artikel 63, lid 3, onder a), en lid 2, van verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1347/2000 (hierna: „Brussel II bis-verordening”):
1) Vormt de bij de bevoegde rechter in tweede aanleg in Napels (Italië) gevoerde Italiaanse procedure betreffende de erkenning van buitenlandse beslissingen overeenkomstig artikel 8, lid 2, van de overeenkomst van 18 februari 1984 tussen de Heilige Stoel en de Italiaanse Republiek waarbij het Verdrag van Lateranen van 11 februari 1929 is gewijzigd, een procedure tot nietigverklaring van het huwelijk in de zin van artikel 19, lid 1, van de Brussel II bis-verordening?
2) Indien de eerste vraag bevestigend moet worden beantwoord: is het een gerecht in Duitsland waarbij een zaak betreffende het uitspreken van een echtscheiding het eerst is aangebracht, toegestaan om zijn uitspraak uit hoofde van nationale wetgeving in strijd met artikel 19, lid 1, van de Brussel II bis-verordening aan te houden en de behandeling ervan over te laten aan het gerecht waar de zaak later is aangebracht en waar uitspraak moet worden gedaan in een erkenningsprocedure?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-489/14 A.
Specifiek beleidsterrein: JenV