C-218/16 Kubicka

Contentverzamelaar

C-218/16 Kubicka

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingssuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   20 juni 2016
Concept schriftelijke opmerkingen:       6 juli 2016
Schriftelijke opmerkingen:                   6 augustus 2016
Trefwoorden: EEX; erfrecht

Onderwerp
Verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten op het gebied van erfopvolging, alsmede betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring

Verzoekster is POL staatsburger, gehuwd met een DUI staatsburger. Het echtpaar woont, met de twee uit het huwelijk geboren kinderen, in Frankfurt/O in een woning waarvan de echtelieden elk voor 50% eigenaar zijn. Verzoekster wil een testament opstellen naar POL erfrecht en zich ervan verzekeren dat uitsluitend haar echtgenoot het aandeel in het huis erft. Na voorlichting door de notaris kiest zij ervoor het gewone ‘damnatie’-legaat uit te sluiten vanwege de problemen die zo’n legaat met zich kan brengen. De overgang van de eigendom wordt voorwaarde voor de erfstelling van de kinderen. De notaris weigert echter op 04-11-2015 op grond van de POL notariswet een testament met een ‘vindicatielegaat’ zoals door verzoekster gewenst op te stellen. De notaris heeft aangegeven dat verzoekster keuze voor POL recht en het betreffende legaat weliswaar mogelijk was, maar dat het vindicatielegaat in strijd zou zijn met DUI goederen- en registerrecht dat volgens Vo. 650/2012 in aanmerking genomen moet worden. In DUI wordt alleen het damnatielegaat toegestaan. Hij wijst op een arrest van het Bundesgerichtshof (28-09-1994) waarin het BGH oordeelt dat buitenlands erfrecht niet kan beslissen over de wijze van verkrijging van rechten op in DUI gelegen zaken. Het legaat zou dan ook zakelijke werking in DUI ontberen.
Voor verzoekster is de zakelijke werking echter van fundamenteel belang en zij maakt op 16-11-2015 bezwaar tegen de weigering. Zij stelt dat de bepalingen van Vo. 650/2012 autonoom uitgelegd dienen te worden en dat uit artikel 1, lid 2, onder k), van Vo. 650/2012 voortvloeit dat de bepalingen van het erfrecht ‘de aard van zakelijke rechten’ niet mogen aantasten. Hetgeen volgens verzoekster uitsluitend betekent dat het niet mogelijk is door middel van een vindicatielegaat een zakelijk recht in het leven te roepen dat onbekend is in de rechtsorde van de plaats waar de zaak is gelegen. Het gaat hier echter om het recht van eigendom, dat vanzelfsprekend bekend is in het DUI recht. Bovendien is het POL erfrecht hier van toepassing, niet het DUI. Zij wijst ook op het NL erfrecht dat evenmin de figuur van vindicatielegaat kent maar geen voorbehoud maakt voor wat betreft de zakelijke werking.
De notaris honoreert het bezwaar niet waarop verzoekster naar de rechter stapt.

De verwijzende POL rechter gaat ervan uit dat het (vindicatie-)legaat binnen de werkingssfeer van het erfrecht valt. Gezien de afwijkende juridische beoordeling in het DUI erfrecht ziet hij reden om de volgende vraag ter beslissing aan het HvJEU voor te leggen.
“Moeten artikel 1, lid 2, onder k), artikel 1, lid 2, onder l), en artikel 31 van verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten op het gebied van erfopvolging, alsmede betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring (omissis) aldus worden uitgelegd dat erkenning van de zakelijke werking van een in het erfrecht neergelegd vindicatielegaat (legatum per vindicationem) kan worden geweigerd indien dit legaat betrekking heeft op het recht van eigendom op een onroerende zaak die is gelegen in een lidstaat waarvan het recht de figuur van een legaat met onmiddellijke zakelijke werking niet kent?”
Specifiek beleidsterrein: VenJ

Gerelateerde documenten