C-237/07, Janecek, arrest van 25 juli 2008

Contentverzamelaar

C-237/07, Janecek, arrest van 25 juli 2008

Signaleringsfiche

Arrest van het Hof van Justitie van 25 juli 2008 in zaak C-237/07, Dieter Janecek tegen Freistaat Bayern

Betrokken departementen
VROM, V&W, EZ en BZ

Sleutelwoorden
Richtlijn 96/62/EG – Beoordeling en beheer luchtkwaliteit – (Dreigende) overschrijding van grenswaarden en alarmdrempels – Recht op opstelling van actieplan, toegekend aan derde wiens gezondheidstoestand wordt aangetast – Beoordelingsmarge ten aanzien van inhoud actieplan.

Beleidsrelevantie
Het onderhavige arrest is van belang voor het opstellen van actieplannen om de luchtkwaliteit binnen de Europese grenswaarden te brengen. Een burger die rechtstreeks wordt getroffen door een (dreigende) overschrijding van een grenswaarde of alarmdrempel voor luchtkwaliteit kan met een beroep op de richtlijn de overheid dwingen tot het vaststellen van een actieplan. Wel heeft de overheid een beoordelingsmarge ten aanzien van de inhoud van het actieplan. Rekening houdend met feitelijke omstandigheden en alle betrokken belangen is de overheid verplicht in een actieplan en op korte termijn maatregelen te treffen die het risico van overschrijding van grenswaarden en alarmdrempels beperken en zorgen voor geleidelijke terugkeer naar het niveau onder de normen.

Samenvatting van feiten, redenering en dictum
Dieter Janecek woont in Landshuter Allee, München. Metingen hebben aangetoond dat de voor PM10 vastgestelde grenswaarde voor luchtkwaliteit in 2005 en 2006 meer dan 35 keer werd overschreden. Voor de gehele stad München is in 2004 een actieplan ter bescherming van de luchtkwaliteit opgesteld. Janecek verlangt dat ook een actieplan voor de sector van de Landshuter Allee wordt opgesteld. Via het Verwaltungsgericht München en het Verwaltungsgerichtshof is de zaak uiteindelijk bij het Bundesverwaltungsgericht terechtgekomen.
In antwoord op de vragen van het Bundesverwaltungsgericht wijst het Hof erop dat de richtlijn de lidstaten een duidelijke verplichting oplegt om een actieplan op te stellen wanneer sprake is van een dreigende overschrijding van grenswaarden en alarmdrempels. Het Hof brengt in herinnering dat volgens vaste jurisprudentie van het Hof burgers zich jegens de overheid kunnen beroepen op bepalingen van richtlijnen die onvoorwaardelijk en voldoende duidelijk zijn geformuleerd. Het Hof komt tot de conclusie dat particulieren die rechtstreeks worden getroffen door een dreigende overschrijding van de grenswaarden met een beroep op de richtlijn kunnen verlangen dat de bevoegde nationale autoriteiten een actieplan opstellen, ook wanneer het nationale recht burgers andere alternatieven biedt om te bewerkstelligen dat deze autoriteiten maatregelen uitvaardigen ter bestrijding van luchtverontreiniging.
Op de vraag of de autoriteiten verplicht zijn om maatregelen vast te stellen die het mogelijk maken dat op korte termijn de grenswaarde wordt bereikt, antwoordt het Hof dat de lidstaten niet verplicht zijn om zodanige maatregelen te nemen dat zich geen enkele overschrijding voordoet. De lidstaten hebben een beoordelingsmarge. Zij zijn verplicht om in een actieplan en op korte termijn die maatregelen te nemen die, gezien de feitelijke omstandigheden en rekeninghoudend met alle betrokken belangen, geschikt zijn om het risico van de overschrijding tot een minimum te beperken en ertoe leiden dat geleidelijk naar een niveau onder de grenswaarden of drempels wordt toegewerkt.

Eerste inventarisatie van mogelijke effecten
Dit arrest is in lijn met de Nederlandse jurisprudentie. De door de Nederlandse rechter erkende beoordelingsvrijheid bij de keuze van de passende maatregelen van de overheid blijft gehandhaafd. Ook de bevoegdheid om van de mogelijkheid tot derogatie door middel van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit gebruik te maken, blijft ongewijzigd. Deze bevoegdheid wordt immers rechtstreeks ontleend aan de nieuwe richtlijn luchtkwaliteit. Wel kan de erkenning van het recht van de burger op een actieplan er toe leiden dat in de toekomst particulieren die rechtstreeks worden getroffen vaker van dit recht gebruik zullen maken.
Opmerkelijk aan het arrest is dat artikel 7, derde lid, van Richtlijn 96/62/EG, dat betrekking heeft op een dreigende overschrijding van een grenswaarde of alarmdrempel, door het Hof ook van toepassing wordt verklaard in een situatie waarbij reeds sprake is van een overschrijding. De overschrijding doet zich al enkele jaren voor. Het betreffende artikel wordt in deze uitspraak door het Hof zo geïnterpreteerd dat het om het opstellen van een actieplan gaat voor concrete situaties waarin een grenswaarde wordt overschreden.

Voorstel voor behandeling
De ICER zendt het arrest en het bijbehorende fiche ter kennisneming aan de ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Economische Zaken en Verkeer en Waterstaat. Een vervolgfiche is niet noodzakelijk.