C-318/15 Tecnoedi Costruzioni
Prejudiciële hofzaak
Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak Klik hier voor het volledige dossier van het hof van Justitie
Termijnen: Motivering departement: 14 augustus 2015 (Concept-) schriftelijke opmerkingen: 31 augustus 2015 Schriftelijke opmerkingen: 30 september 2015 Trefwoorden: overheidsopdrachten; vrije dienstverrichting; gelijke behandeling; recht vrije vestiging Onderwerp - VWEU artikel 10 (discriminatieverbod); artikel 49 (vrije vestiging); artikel 56 (vrij dienstenverkeer); - Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten
Verzoekster schrijft in op een op 26-06-2013 door de gemeente Fossano opengestelde aanbestedingsprocedure voor werk aan een kleuterschool. Inschrijving zou worden gegund aan de laagste bieder, waarbij aangetekend dat conform ITA regelgeving, indien het aantal offertes meer dan tien bedraagt, abnormaal lage inschrijvingen automatisch worden uitgesloten. Na sluiting worden 86 van de 101 inschrijvingen toegelaten. De selectiecommissie blijkt (op de eerste vergadering) dan ook nog offertes te hebben uitgesloten die een kortingspercentage hanteren die volgens ITA regelgeving de berekende ‘normaliteitsbovengrens’ overschrijdt. Verzoekster krijgt voorlopig de opdracht. Bij de tweede bijeenkomst evalueert de selectiecommissie op eigen initiatief twee eerder uitgesloten inschrijvingen en laat deze weer toe. Vervolgens vindt een herberekening plaats van de ‘normaliteitsbovengrens’ waarbij verzoekster uit de boot valt. Zij start een procedure waarin zij stelt dat abnormaal lage inschrijvingen voor werken die meer dan € 1 miljoen waarde vertegenwoordigen volgens de ITA regelgeving niet automatisch kunnen worden uitgesloten. Zij vordert nietigverklaring van het bestek.
De verwijzende ITA rechter (Admin Rb Regio Piemonte) refereert aan rechtspraak van het HvJEU waarin de ITA regeling met betrekking tot automatische uitsluiting van ‘abnormaal’ lage inschrijvingen wordt bekritiseerd. Het HvJEU noemt met name het ontnemen van een mogelijkheid om te bewijzen dat een ‘abnormaal lage’ inschrijving betrouwbaar en serieus is. Het HvJEU wijst ook herhaaldelijk op grensoverschrijdende belangen en de mogelijk belemmerende werking voor buitenlandse inschrijvers. (de gemeente Fossano ligt slechts 200 km van de FRA grens). De maatregel zou enkel gerechtvaardigd kunnen zijn indien sprake is van een excessief groot aantal inschrijvers dat de beoordelingscapaciteit van de aanbestedende dienst te boven gaat. In de toepasselijke ITA regeling is een overgangsmaatregel opgenomen (geldig tot 31-12-2015) waarin is bepaald dat voor alle werken onder de communautaire drempel automatische uitsluiting mag plaatsvinden. Alhoewel het hier om een opdracht ‘onder de drempel’ gaat is volgens vaste EU-rechtspraak het EUrrecht onverminderd van toepassing. Hij legt de volgende vraag aan het HvJEU voor: “Dienen de artikelen 49 VWEU en 56 VWEU en de beginselen van vrijheid van vestiging en vrije dienstverrichting, het beginsel van gelijke behandeling, het discriminatieverbod en het evenredigheidsbeginsel aldus te worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een nationale wettelijke regeling zoals die welke thans van kracht is in Italië, namelijk de artikelen 122, lid 9, en 253, lid 20-bis, van Decreto legislativo nr. 163 van 2006, betreffende de automatische uitsluiting van abnormaal lage inschrijvingen in aanbestedingsprocedures voor de toewijzing van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken met een geraamde waarde die onder de drempel ligt maar welke opdrachten een grensoverschrijdend belang hebben?” Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-147/06 en C-148/06 Secap et Santorso Specifiek beleidsterrein: EZ en BZK