C-326/25 03 Rayonno upravlenie na SDVR 

Contentverzamelaar

C-326/25 03 Rayonno upravlenie na SDVR 

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     16 juli 2025
Schriftelijke opmerkingen:                     2 september 2025

Trefwoorden: Schengeninformatiesysteem, internationale politiesamenwerking, eigendomsrecht, procesbelang

Onderwerp: Besluit 2007/533/JBZ betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II): artikel 38, lid 1 en artikel 39; Handvest: artikel 47.

Een Bulgaarse burger (CY) had een Porsche Cayenne gekocht van een autohandelaar. Het voertuig werd in beslag genomen door de politie omdat het chassisnummer overeenkwam met een Duitse signalering in het Schengeninformatiesysteem (SIS). Het voertuig werd gezocht als bewijsmiddel in een strafzaak wegens wederrechtelijke toe-eigening. De Duitse bank AutoEuropa claimde eigenaar te zijn van de auto, vanwege niet-betaalde leasetermijnen. De auto werd aan de bank teruggegeven, waartegen CY in beroep ging. De nationale rechter oordeelde dat CY geen procesbelang had in de zaak, omdat hij geen formeel geadresseerde was van het besluit. De verwijzende rechter stelt daar vragen over aan het Hof.

Prejudiciële vragen: 
1. Moeten artikel 39 en artikel 38, lid 1, van besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (geconsolideerde versie), gelezen in samenhang met overweging 34 van dat besluit, aldus worden uitgelegd dat deze niet in de weg staan aan een nationale regeling die bepaalt dat de naar nationaal recht geregistreerde eigenaar van een voorwerp in de zin van artikel 38, lid 1, van het besluit niet bevoegd is om deel te nemen aan administratieve en gerechtelijke procedures in verband met de toepassing van maatregelen (waarbij hij belanghebbende is) voor de teruggave van het voorwerp op grond van een signalering als bedoeld in artikel 39, lid 1, van het besluit, rekening houdend met de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en ook in overweging 34 van het besluit neergelegde bescherming van de grondrechten? 

2. Staat de in artikel 1 van besluit 2007/533/JBZ neergelegde doelstelling van SIS II in de weg aan de toepassing van een doeltreffende voorziening in rechte overeenkomstig artikel 47 van het Handvest, indien de maatregelen die volgens het nationale recht zijn genomen door de autoriteiten van de lidstaat waar het voorwerp is aangetroffen, afbreuk doen aan de rechten en legitieme belangen van de persoon bij wie het voorwerp is aangetroffen?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-520/20 Nachalnik na Rayonno upravlenie Silistra; C-88/21 Lietuvos Respublikos vidaus reikalų ministerija (Immatriculation des véhicules signalés).

Specifiek beleidsterrein: JenV

Gerelateerde documenten