C-330/24 Celni jednatelstvi Zelinka

Contentverzamelaar

C-330/24 Celni jednatelstvi Zelinka

Prejudiciële hofzaak 

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    17 juli 2024
Schriftelijke opmerkingen:                    3 september 2024

Trefwoorden: Douanerechten

Onderwerp:  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie: artikel 116, lid 7.

Feiten:
Verzoekende partij is ‘Celní jednatelství Zelinka s. r. o.’, zij voert elektronische producten in de Europese Unie om ze daar in de handel te brengen. Verzoekende partij heeft deze goederen ingedeeld onder een bepaalde postverdeling, waar een douanetarief van 8,7% voor geldt. Hierna heeft verzoekende partij gevraagd om terugbetaling van de betaalde douanerechten, vanwege de verkeerde classificering van de goederen. Het verzoek is door het douanekantoor ingewilligd en het geld is terugbetaald. Na een onderzoek is echter gebleken dat er eigenlijk (nog) een andere classificering geldt voor de goederen, waarover wel douanerechten betaald moest worden. Het douanekantoor heeft bij wege van aanvullende naheffingsaanslagen verzocht om betaling van de douanerechten. Verzoekende partij heeft hiertegen bezwaar gemaakt. 

Overweging:
Verzoekende partij stelt dat op grond van artikel 116, lid 7, van verordening 952/2013, zij geen naheffingsaanslagen opgelegd had moeten krijgen, maar dat de douaneschuld opnieuw verschuldigd verklaard had moeten worden. Artikel 116, lid 7 maakt het mogelijk om een douaneschuld opnieuw verschuldigd te verklaren in het geval dat er ten onrechte is ingestemd met de terugbetaling van douanerechten. De verwijzende rechter vraagt om uitleg van het artikel, vanwege het verschil in uitleg over het begrip ‘per abuis’ dat wordt gehanteerd in de Tsjechische taalversie van de verordening. 

Prejudiciële vraag:
Moet het begrip „ten onrechte” in artikel 116, lid 7, van verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie, aldus worden uitgelegd dat een douaneschuld slechts opnieuw verschuldigd kan worden wanneer de betreffende douanerechten zijn teruggegeven als gevolg van een onbedoelde handeling van de douaneautoriteiten, of kan dit begrip ook betrekking hebben op een onjuiste analyse door de douaneautoriteiten ten aanzien van de tariefindeling van de betreffende goederen? 

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: -

Specifiek beleidsterrein: FIN

Gerelateerde documenten