C-341/24 Duca di Salaparuta
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 19 juli 2024 Schriftelijke opmerkingen: 5 september 2024
Trefwoorden: wijn; merken; certificering
Onderwerp: - Handvest van de grondrechten van de Europese Unie: artikel 17; - Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwprodukten en levensmiddelen: artikelen 14 en 17; - Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt: artikelen 48, 52 en 54 en bijlage VII; - Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame: artikel 2; - Verordening nr. 753/2002 van de Commissie van 29 april 2002 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad wat betreft de omschrijving, de aanduiding, de aanbiedingsvorm en de bescherming van bepaalde wijnbouwproducten: artikel 28; - Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen: artikelen 3 en 14; - Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening): artikelen 118 ter, 118 decies, 118 duodecies, 118 terdecies, 118 vicies en 118 duovicies; - Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad van 29 april 2008 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt: artikelen 43, 44, 51 en 54; - Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen: artikelen 101 en 107.
Feiten: Verzoekende partij is ’Duca di Salaparuta SpA’, een wijnbouwonderneming tevens houder van een aantal merken waarmee de geproduceerde wijnen worden onderscheiden. In deze zaak gaat het om een ‘BOB’, een beschermde oorsprongsbenaming op Europees niveau, en een ‘DOC’, bescherming op nationaal niveau. Verzoekende partij heeft in 2016 verwerende partijen gedaagd om de registratie van een DOC in 2006 en een erkenning van een BOB in 2009 nietig te verklaren. De benamingen zijn volgens haar misleidend en/of te kwader trouw aangevraagd. De rechters in zowel eerste als tweede aanleg hebben het verzoek afgewezen. Verzoekende partij is tegen het laatste arrest opgekomen.
Overweging: De verwijzende rechter merkt op dat volgens het bestreden arrest artikel 51 van verordening 479/2008 op de onderhavige zaak van toepassing is, waarin is bepaald dat oorsprongsbenamingen die beschermd zijn op grond van artikel 51 en artikel 54 van verordening nr. 1493/1999 en artikel 28 van verordening nr. 753/2002, automatisch worden beschermd door middel van de in artikel 46 van verordening 479/2008 bedoelde registratie, waarbij de Commissie tot en met 31 december 2014 de mogelijkheid had om die bescherming te annuleren. De verwijzende rechter vraagt zich af of verordening 1493/1999 van toepassing is, omdat deze per 1 augustus 2009 is ingetrokken. Tevens vraagt hij om uitleg over de rechtsgrondslag voor de beslechting van een conflict tussen de oorsprongsbenaming en het oudere merk.
Prejudiciële vragen: 1. Zijn in de wijnsector op registraties als BOB-BGA van benamingen die bestonden vóór de inwerkingtreding van verordening nr. 1234/2007, die vervolgens is vervangen door verordening nr. 1308/2013 – zoals de BOB „Salaparuta” PDO-IT-A0795 van 8 augustus 2009 – wat betreft de weigeringsgrond bestaande in een ouder merk dat wegens zijn bekendheid en reputatie ertoe kan leiden dat de betrokken BOB-BGA misleidend is („de bescherming [...] de consument kan misleiden ten aanzien van de werkelijke identiteit van de wijn”), in artikel 43, [lid 2], van verordening nr. 479/2008, juister gezegd, [artikel] 118 duodecies van verordening nr. 1234/2007 (thans artikel 101, [lid 2], verordening nr. [1308]/2013) van toepassing, op grond waarvan een benaming niet als BOB of BGA wordt beschermd indien zij „rekening houdend met de reputatie en bekendheid van een merk” de consument kan misleiden, of is deze regeling op grond van het rechtszekerheidsbeginsel niet van toepassing op benamingen die reeds nationale bescherming genoten voordat de Unierechtelijke registratie plaatsvond (arrest van het Hof van 22 december 2010, Bavaria, C-120/08), volgens hetwelk een feitelijke situatie in de regel, behoudens uitdrukkelijke bepaling van het tegendeel, wordt beoordeeld volgens de op het desbetreffende tijdstip geldende bepalingen, met als gevolg dat de eerdere regeling van verordening (EG) nr. 1493/1999 van toepassing is, en het conflict tussen de oorsprongsbenaming en het oudere merk moet worden beslecht op grond van het bepaalde in punt F 2, onder b), van bijlage VII bij die verordening?
2. Indien het antwoord op de eerste vraag luidt dat verordening nr. 1493/1999 op de feitelijke situatie van de onderhavige zaak moet worden toegepast: [...] bevat de regeling in punt F van bijlage VII bij verordening nr. 1493/1999 – voor het beslechten van conflicten tussen een voor een wijn of druivenmost geregistreerd merk en een daaraan identieke beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding voor wijn – een uitputtende lijst van alle gevallen waarin verschillende tekens naast elkaar kunnen bestaan en benamingen van wijnen kunnen worden beschermd, of blijft het hoe dan ook mogelijk, op grond van het algemene beginsel dat onderscheidende tekens niet misleidend mogen zijn, dat latere BOB’s of BGA’s niet geldig zijn of niet kunnen worden beschermd indien de geografische aanduiding, rekening houdend met de reputatie van een ouder merk, het publiek kan misleiden ten aanzien van de werkelijke identiteit van de wijn?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-120/08 Bavaria
Specifiek beleidsterrein: EZK