C-343/25 CPAM de la Gironde

Contentverzamelaar

C-343/25 CPAM de la Gironde

Prejudiciële hofzaak  

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     28 juli 2025
Schriftelijke opmerkingen:                     14 september 2025

Trefwoorden: ziekenhuis, sociale zekerheid, erkenning beroepskwalificaties, vrijheid van vestiging

Onderwerp: Richtlijn 2005/36/EG (erkenning beroepskwalificaties): overweging 38;  VWEU: artikel 49.

Verzoeker ‘LX’ is in Frankrijk werkzaam als zelfstandig medisch specialist, en heeft bij het ziekenfonds een vergunning aangevraagd om haar beroep uit te oefenen in de sector met gedifferentieerde tarieven De vergunning werd geweigerd omdat zij niet ‘twee jaar voltijds in een openbaar ziekenhuis heeft gewerkt’, terwijl zij zelf stelt twee jaar in Italië gewerkt te hebben met gelijkwaardige werkzaamheden. Het is de vraag of richtlijn 2005/36 van toepassing is, en als dat niet zo is welke gevolgen dan moeten worden verbonden aan de toepassing van artikel 49 VWEU.

Prejudiciële vragen: 

1) Moet richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties aldus worden uitgelegd dat zij van toepassing is op een nationale regeling die de voorwaarden vastlegt voor de toegang tot de socialezekerheidssector met gedifferentieerde tarieven voor een arts die zijn kwalificatie in een ziekenhuis in een andere lidstaat van de Europese Unie heeft verworven? 

2) Indien een dergelijke regeling niet binnen de werkingssfeer van richtlijn 2005/36/EG valt, verzet artikel 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zich ertegen dat een dergelijke regeling ertoe leidt dat een arts die zijn kwalificatie in een ziekenhuis in een andere lidstaat van de Europese Unie heeft verworven, de toegang tot de socialezekerheidssector met gedifferentieerde tarieven (sector 2) wordt ontzegd op grond dat hij zijn beroepsactiviteit in dat ziekenhuis als zelfstandige heeft uitgeoefend?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-166/20 Lietuvos Respublikos sveikatos apsaugos ministerija; C-166/20 Lietuvos Respublikos sveikatos apsaugos ministerija; C-634/20 Sosiaali-ja terveysalan lupa-ja valvontavirasto; C-218/19; C-151/14 Commissie/Letland; C-575/16 Commissie/Tsjechische Republiek.

Specifiek beleidsterrein: SZW