C-348/14 Bucura

Contentverzamelaar

C-348/14 Bucura

Prejudiciële hofzaak

Wie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   23 september 2014
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   9 oktober 2014
Schriftelijke opmerkingen:                   9 november 2014
Trefwoorden: consumentenbescherming; ambtshalve toetsing

Onderwerp
- Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten;
- Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 betreffende kredietovereenkomsten voor de consument en tot intrekking van richtlijn 87/102/EEG van de Raad (van 22 december 1986 betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake het consumentenkrediet)

In augustus 2008 wordt tussen Bancpost SA (verweerster) en Ciobanu, de kredietnemer en verzoekster Maria Bucura als medeschuldenaar een kredietovereenkomst gesloten voor een kredietkaart. Zij tekent daarvoor een ‘aanvullend document’ en krijgt naar zeggen geen kopie van de overeenkomst of algemene voorwaarden. Wat de uitgevende bank al zo aan kosten in rekening kan brengen kunt u lezen in de vragen van de verwijzende rechter. Er ontstaat een groot bedrag aan achterstallige betalingen waarvoor de bank in juni 2010 een laatste aanmaning stuurt aan de eerste kredietnemer Ciobanu. In juni 2011 wordt aan Ciiobanu medegedeeld dat de tenuitvoerleggingsprocedure wordt ingeleid. In augustus 2011 wordt de zaak voor de wettelijke invorderingsprocedure voorgelegd aan de Rb van Câmpulung. De bank kan niet aantonen dat een zelfde aanzegging aan verzoekster is verzonden. Verweerder legt op beide schuldenaren loonbeslag, Ciobanu voor 2/3 en verzoekster voor 1/3 van het verschuldigde bedrag. Verzoekster tekent verzet aan en vraagt vernietiging van het besluit tot beslaglegging. Zij stelt dat in het besluit niet is vermeld wat de omvang van de executoriale titel is en dat evenmin de hoogte van de resterende schuld is bepaald. Bovendien constateert verzoekster dat het verschuldigde bedrag, ondanks de geïnde loonbeslagen, maar blijft stijgen. Verweerster stelt dat beide kredietnemers door ondertekening van de overeenkomst zich bekend hebben verklaard met de voorwaarden. Bij beschikking van 27 juni 2014 is de tenuitvoerlegging opgeschort maar dit belet niet dat de te innen kosten doorlopen.

De verwijzende ROE rechter (Rb van eerste aanleg van Câmpulung) preciseert dat in de ROE regelgeving de bovengenoemde richtlijnen ten tijde van het sluiten van de kredietovereenkomst in ROE recht waren omgezet. Hij constateert dat de stijging van het te betalen bedrag te wijten is aan het ontbreken van gegevens over rente, vergoedingen en kosten waarvan de hoogte niet in de overeenkomst is vastgelegd, maar die volgens verweerster op het hoofdkantoor ter inzage liggen en aan Ciobanu door middel van de maandelijkse rekeningafschriften zijn medegedeeld. Bewijs daarvoor ontbreekt echter, evenals bewijs voor het verstrekken van informatie aan verzoekster. Het is dan ook van belang dat wordt vastgesteld of verzoekster eveneens kan worden aangemerkt als ‘consument’ in de zin van Rln 87/102 en Rl 93/13. Hij wil ook meer duidelijkheid over de door verweerster gestelde voorwaarden, en of hij ambtshalve onderzoek dient te doen naar mogelijk oneerlijke bedingen in de overeenkomst. Hij stelt het HvJEU de volgende vragen:
1. Is de nationale rechter bij wie verzet is gedaan tegen de tenuitvoerlegging van een kredietovereenkomst betreffende de uitgifte van een kredietkaart van het type American Express Gold, wanneer de toestemming tot de tenuitvoerlegging in afwezigheid van de consument is verleend, volgens richtlijn 93/13/EEG gehouden om, zodra hij over de daartoe noodzakelijke juridische en feitelijke gegevens beschikt, ambtshalve het oneerlijke karakter te onderzoeken van de in de betrokken overeenkomst opgenomen vergoedingen a) vergoeding voor de verstrekking van de kaart;
b) jaarlijkse vergoeding voor het beheer van de kaart;
c) jaarlijkse vergoeding voor het beheer van de bijkomende kaart;
d) vergoeding voor de verlenging van de kaart;
e) vergoeding voor de vervanging van de kaart;
f) vergoeding voor de wijziging van de pincode;
g) vergoeding voor geldopname aan automaten of aan een loket (van de eigen bank of van andere banken in Roemenië of het buitenland);
h) vergoeding voor de betaling van door handelaren geleverde goederen en/of verleende diensten in Roemenië of in het buitenland;
i) vergoeding voor het afdrukken en verzenden van rekeningafschriften;
j) vergoeding voor de raadpleging van het saldo via geldautomaten;
k) vergoeding voor betalingsachterstand;
l) vergoeding voor de overschrijding van de kredietlimiet;
m) vergoeding voor onterechte weigering van betaling – waarvan de hoogte niet de overeenkomst is gespecificeerd?
2. Is de vermelding van de jaarlijkse rente in de volgende bewoordingen: „De rente over het krediet wordt berekend op grond van het dagsaldo, verdeeld naar posten (betalingen, kasopname, kosten en vergoedingen), en de hoogte van de dagrente die gedurende de berekeningsperiode van toepassing is. De rente wordt dagelijks berekend volgens de volgende formule: de som van de producten van het bedrag van alle dagsaldoposten en de op de betrokken dag geldende dagrente; de dagrente wordt berekend als de jaarrente gedeeld door 360 dagen” – welke vermelding essentieel is in het kader van richtlijn 87/102/EEG van de Raad van 22 december 1986 betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake het consumentenkrediet, zoals gewijzigd bij richtlijn 98/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998, die een vergelijkbare formulering bevat – duidelijk en begrijpelijk geformuleerd in de zin van de artikelen 3 en 4 van richtlijn 93/13?
3. Kan de rechter overeenkomstig richtlijn 87/102/EEG van de Raad van 22 december 1986 betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake het consumentenkrediet, zoals gewijzigd bij richtlijn 98/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998, en richtlijn 93/13/EEG van de Raad, indien de overeenkomst niet de hoogte van de op grond daarvan verschuldigde vergoedingen en, bij de wijze van berekening van de rente, niet de hoogte van die rente vermeldt, oordelen dat wegens het ontbreken van deze vermeldingen in de consumentenkredietovereenkomst het verleende krediet als kosten- en rentevrij moet worden beschouwd?
4. Kan de medeschuldenaar van een kredietovereenkomst worden aangemerkt als „consument” in de zin van artikel 2, sub a, van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten en artikel 1, lid 2, sub a, van richtlijn 87/102/EEG?
5. Indien de vorige vraag bevestigend wordt beantwoord, is het beginsel van de doeltreffendheid van de bij de richtlijnen toegekende rechten dan geëerbiedigd indien uitsluitend de hoofdschuldenaar in kennis wordt gesteld van de hoogte van de rente, de vergoedingen en de kosten door middel van het maandelijks rekeningafschrift of affichage in het hoofdkantoor van de bank?
6. Moet richtlijn 87/102/EEG aldus worden uitgelegd dat de bank verplicht is om zowel de schuldenaar als de medeschuldenaar schriftelijk in kennis te stellen van de kredietlimiet, de jaarrente en de kosten die vanaf de datum van sluiting van de kredietovereenkomst van toepassing zijn, alsook van de voorwaarden waaronder deze gegevens kunnen worden gewijzigd, van de procedure voor de beëindiging van de overeenkomst en van elke andere wijziging die tijdens de looptijd van de kredietovereenkomst optreedt met betrekking tot de jaarrente of de kosten die na de ondertekening van de kredietovereenkomst ontstaan, en wel op het tijdstip waarop deze wijzigingen plaatsvinden, bij aangetekende brief met ontvangstbewijs of door middel van een kosteloos verstrekt rekeningoverzicht?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-40/08 Asturcom Telecomunicaciones; C-76/10, Pohotovost
Specifiek beleidsterrein: VenJ mede EZ

Gerelateerde documenten