C-357/25 Groupama Asigurari

Asset Publisher

C-357/25 Groupama Asigurari

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     28 juli 2025
Schriftelijke opmerkingen:                     14 september 2025

Trefwoorden: mededinging, kartelverbod, onderling afgestemde prijsafspraken

Onderwerp: VWEU: artikel 101, lid 1. 

Na een prijzenoorlog in 2010-2011 op de Roemeense markt voor WA-verzekeringen (wettelijke aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen), vonden tussen 2012 en 2016 branchebijeenkomsten plaats waar over tariefverhogingen werd gesproken. De Roemeense mededingingsautoriteit stelde vast dat negen verzekeraars (met 80-97% marktaandeel) hierdoor illegaal hun prijzen coördineerden. De Roemeense rechter vraagt wanneer er sprake is van ‘onderling afgestemde feitelijke gedragingen’ in de zin van artikel 101 VWEU: alleen bij uitwisseling van concrete prijsinformatie of ook bij algemene gesprekken over tarieven tussen concurrenten. 

Prejudiciële vraag: 
Moet artikel 101, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aldus worden uitgelegd dat 

a) enkel aan de wettelijke standaard inzake een onderling afgestemde feitelijke gedraging is voldaan wanneer er sprake is van een uitwisseling van gedetailleerde/geïndividualiseerde informatie over toekomstige prijsvoornemens die kan worden geacht de strategische onzekerheid te verminderen of weg te nemen, dat wil zeggen een uitwisseling van specifieke/concrete informatie over de vraag wanneer, in hoeverre en op welke wijze het toekomstige prijsgedrag zal worden aangepast  dan wel aldus dat 

b) ook aan de wettelijke standaard inzake een onderling afgestemde feitelijke gedraging is voldaan wanneer er sprake is van algemene besprekingen tussen concurrenten over de tarieven van andere verzekeringsmaatschappijen die zich in een bijzondere situatie bevinden (namelijk met aanzienlijke schulden jegens de andere verzekeraars) of over wetswijzigingen die van invloed zijn op de tarieven, zonder dat de mededingingsautoriteit de door de onderneming aangevoerde alternatieve verklaringen voor de verhoging van haar tarieven, waarmee zij betwist dat er sprake is van een onderling afgestemde feitelijke gedraging, nog hoeft te onderzoeken?

Aangehaalde jurisprudentie: Arrest van 14 juli 1972 48/69, EU:C:1972:7, ICI/Commissie; Arrest van 16 december 1975, Suiker Unie e.a./Commissie, 40/73-48/73, 50/73, 54/73-56/73, 111/73, 113/73 en 114/73, EU:C:1975:174; Arrest van 27 september 1988, 89/85, 104/85, 114/85, 116/85, 117/85 en 125-129/85, EU:C:1988:447; C-8/08 T-Mobile Netherlands.

Specifiek beleidsterrein: EZ

Gerelateerde documenten