C-367/24 Telekom Romania Mobile Communications
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 24 juli 2024 Schriftelijke opmerkingen: 10 september 2024
Trefwoorden: telecommunicatie; verkeersbeheersmaatregelen
Onderwerp: Verordening (EU) 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 tot vaststelling van maatregelen betreffende open-internettoegang: overwegingen 1, 6 tot en met 9 en 11 tot en met 15, en artikelen 1 en 3.
Feiten: Verzoekende partij in cassatie is de nationale autoriteit voor beheer en reglementering inzake communicatie (hierna: autoriteit). ‘Telekom’ is de verwerende partij in cassatie. Telekom is een telecombedrijf dat mobiele internettoegang aanbiedt. Zij heeft een bonus tariefoptie aangeboden, waarmee de klanten onbeperkt mobiel dataverkeer ontvingen. Na het activeren van de bonus, past Telekom door middel van apparatuur op haar netwerk een verkeersbeheersmaatregel toe, waardoor de transmissiesnelheid voor videostreaminginhoud verlaagd wordt tot maximaal 1,5 Mbps, met een resolutie van maximaal 480 pixels. De snelheid voor verkeer van willekeurige andere inhoud is 150 Mbps. De autoriteit heeft gesteld dat de maatregel een vorm van ongelijke behandeling van dataverkeer is.
Overweging: De verwijzende rechter vraagt zich of de verschillende behandeling in videoverkeer ten opzichte van andere categorieën verkeer, een ongelijke behandeling in de zin van verordening 2015/2120 vormt. De maatregel moet berusten op ‘objectief verschillende technische kwaliteitsvereisten van specifieke categorieën verkeer’, en niet zijn ingegeven door ‘commerciële overwegingen’. De verwijzende rechter twijfelt of aan deze voorwaarden wordt voldaan, door het feit dat de bandbreedte voor videoverkeer wordt beperkt zodra de optie wordt geactiveerd. De verwijzende rechter wil weten of de betrokken maatregel in strijd is met artikel 3, lid 3, derde alinea, of dat er een uitzondering van toepassing is.
Prejudiciële vraag: Moet artikel 3 van verordening [2015/2120] aldus worden uitgelegd dat het verenigbaar is met de uit die bepaling voortvloeiende verplichtingen dat een telecommunicatieonderneming een tariefoptie aanbiedt waarmee eindgebruikers die deze optie hebben aanvaard, gratis gebruik kunnen maken van alle videostreamingdiensten, ongeacht door welke aanbieders zij worden verstrekt en of die aanbieders al dan niet contentpartners van de telecommunicatieonderneming zijn, waarbij het met deze diensten verbruikte datavolume niet is inbegrepen bij het maandelijks gegarandeerde datavolume van het mobiele tarief, maar de bandbreedte voor dit soort inhoud wordt beperkt?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-807/18 en C-39/19 Telenor Magyarország; C-854/19 Vodafone; C-34/20 Telekom Deutschland; C-470/12 Pohotovosť
Specifiek beleidsterrein: EZK