C-392/19 VG Bild-Kunst
Prejudiciële hofzaak
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar). Termijnen: Motivering departement: 15 juli 2019 Schriftelijke opmerkingen: 1 september 2019
Trefwoorden : auteursrecht; informatiemaatschappij; media
Onderwerp :
- Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, artikel 11;
- Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij;
- Richtlijn 2014/26/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor onlinegebruik op de interne markt;
Feiten:
Verzoekster beheert de Deutsche Digitale Bibliothek (hierna: DDB) en biedt een online platform dat een onderling netwerk voor Duitse culturele en wetenschappelijke instellingen creëert. Op dit online platform is via links gedigitaliseerde inhoud beschikbaar die is opgeslagen op de webportalen van die instellingen. In de DDB zelf worden alleen thumbnails opgeslagen. Wanneer de gebruiker op een zoekresultaat klikt, wordt hij doorgeleid naar de bijbehorende specifieke webpagina van de DBB met een grotere afbeelding van het betrokken voorwerp. Met behulp van een zoekfunctie kan de gebruiker gericht voorwerpen opzoeken waarvan reeds een digitale weergave beschikbaar is en rechtstreeks worden doorgeleid naar de website van de toeleverende instelling. Verweerster behartigt de auteursrechtelijke bevoegdheden in verband met werken van beeldende kunst. Voor de sluiting van een overeenkomst met verzoekster over het gebruik van werken uit haar repertoire in de vorm van thumbnails, stelt zij als voorwaarde dat de volgende bepaling in die overeenkomst wordt opgenomen: „De licentieneemster verbindt zich ertoe om bij het gebruik van de onder deze overeenkomst vallende werken en beschermde materialen doeltreffende
technische maatregelen toe te passen om deze werken en materialen te beveiligen tegen het plaatsen van frames.” Verzoekster verzet zich hiertegen. Haar beroep strekt tot vaststelling dat verweerster verplicht is een overeenkomst inzake gebruiksrechten te sluiten zonder het gewraakte beding. Het Landgericht heeft het beroep in eerste instantie niet-ontvankelijk verklaard. Verzoekster werd in hoger beroep in het gelijk gesteld omdat de betrokken werken vrij toegankelijk zijn. In “Revision” vordert verweerster dat het beroep alsnog wordt verworpen.
Overweging:
De thumbnails zijn met toestemming van de houders van het auteursrecht op de website van verzoekster geplaatst, en hiermee vrij beschikbaar voor alle internetgebruikers. Of het beroep in Revision slaagt, hangt af van de uitlegging van artikel 3(1) van richtlijn 2001/29/EG. Het gaat hierbij om uitlegging van het begrip “mededeling aan het publiek”.
Prejudiciële vraag:
Vormt de plaatsing van een met toestemming van de rechthebbende op een vrij toegankelijke website beschikbaar gesteld werk op de website van een derde door middel van een frame een „mededeling aan het publiek” in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG wanneer daarbij door de rechthebbende genomen of geïnitieerde beschermingsmaatregelen tegen plaatsing van een frame worden omzeild?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: Football Association Premier League e-a C-403/08 en C-429/08; Circul Globus Bucureşti C-283/10; GS Media C-160/15; Stichting Brein C-527/15; Stichting Brein C-610/15; C-466/12; OSA C-351/12; Reha Training C-117/15; ITV Broadcasting e.a. C-607/11; SGAE C-306/05; Organismos Sillogikis Diacheirisis Dimiourgon Theatrikon kai Optikoakoustikon Ergon C-136/09; BestWater International C-348/13;
Specifiek beleidsterrein: EZK; OCW