C-41/14 Christie’s France
Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak Klik hier voor het volledige dossier vanet Hof van Justitie
Termijnen: Motivering departement: 11 maart 2014 (Concept-) schriftelijke opmerkingen: 25 maart 2014 Schriftelijke opmerkingen: 25 april 2014 Trefwoorden: intellectuele eigendom (auteursrecht); oneerlijke mededinging; contractsvrijheid
Onderwerp Richtlijn 2001/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk
Verzoekster heeft een veilinghandel. Het Syndicat national des antiquaires (SNA, verweerder) heeft een vordering tegen verzoekster ingesteld omdat zij in strijd met het FRA Wetboek Intellectuele Eigendom zou handelen door in haar algemene verkoopvoorwaarden een beding in te voegen dat de betaling van het volgrecht bij de koper legt. SNA stelt dat dit een daad van oneerlijke mededinging is en vraagt vernietiging. De Hof van Beroep verklaart het beding nietig, maar verzoekster gaat in cassatie omdat in de FRA regeling ter omzetting van RL 2001/84 niet verder is gepreciseerd of beperkt wie het volgrecht dient te voldoen. De wetshistorie sluit contractueel regelen niet uit. Het Appelhof ziet (12-12-2012) echter geen ruimte in de FRA regeling noch in de RL om het volgrecht contractueel te regelen. Daarmee negeert zij volgens verzoekster een advies uit 2008 van de EURCIE waarin die stelt dat partijen vrij zijn om het volgrecht contractueel te regelen, maar dat dit de door de FRA wet opgelegde verplichtingen onverlet laat. De verwijzende FRA cassatierechter legt de volgende vraag aan het HvJEU voor: “Moet de in artikel 1, lid 4, van richtlijn 2001/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk neergelegde regel dat het volgrecht ten laste van de verkoper komt, aldus worden uitgelegd dat de verkoper uiteindelijk de kosten van dat recht draagt, zonder dat daarvan contractueel kan worden afgeweken?”
Specifiek beleidsterrein: VenJ, mede EZ