C-414/21 VP Capital
Prejudiciële hofzaak
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar). Termijnen: Motivering departement: 24 augustus 2021Schriftelijke opmerkingen: 10 oktober 2021
Trefwoorden : vennootschapsbelasting; vrijheid van vestiging; waardevermindering aandelen; aftrek van fiscaal resultaat; verplaatsing zetel;
Onderwerp :
- Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
Feiten:
Eiseres is een vennootschap die in 1995 in Luxemburg is opgericht en daar ook haar zetel had. Zij bezat 100% van de aandelen in een Nederlandse vennootschap. Op deze, en ook andere aandelen, boekte eiseres in de jaren 2008-2009 waardeverminderingen. De geboekte waardeverminderingen heeft eiseres in Luxemburg in mindering gebracht op haar fiscaal resultaat. Per 1 mei 2009 heeft eiseres haar statutaire zetel naar België verplaatst. In Luxemburg heeft zij geen vestiging behouden. Naar Belgisch recht was, na de zetelverplaatsing, de aftrek van de in Luxemburg opgebouwde fiscaal overdraagbare verliezen in België niet toegestaan. Een aantal van de waardeverminderingen heeft eiseres vervolgens teruggenomen. Verweerster heeft eiseres bericht van wijziging van de aangifte in de vennootschapsbelasting gestuurd (boekjaar 1 mei 2009 tot 31 december 2009) waarin werd aangekondigd dat de verhoging van de begintoestand van de reserves in verband met de terugnames van de waardeverminderingen ongedaan zou worden gemaakt. De terugnames van de waardeverminderingen zouden dus worden belast. Dit omdat de waardeverminderingen die voorheen in Luxemburg werden geboekt naar Belgisch recht niet werden aangemerkt als terugname van een waardevermindering, maar als niet-verwezenlijkte meerwaarde. Een niet-verwezenlijkte meerwaarde is naar Belgisch recht slechts vrijgesteld van belasting wanneer deze op een onbeschikbare rekening van het passief is geboekt. Hiervan was geen sprake. Verweerster heeft dan ook een supplementaire vennootschapsbelastingaanslag van ruim 15 miljoen euro gevestigd. Eiseres heeft hiertegen bezwaar, beroep in eerste aanleg en hoger beroep aangetekend. Tegen de afwijzing hiervan heeft zij cassatieberoep ingesteld bij de verwijzende rechter. Zij betoogt onder meer dat de Belgische nationale regeling op basis waarvan zij wordt belast strijdig is met het vrij verkeer van vestiging.
Overweging:
De verwijzende rechter merkt op dat de vraag rijst of de leer van het arrest van het Hof in Aures Holdings ook kan worden toegepast op een nationale regeling als de onderhavige, die inhoudt dat waardeverminderingen op aandelen die een vennootschap in een lidstaat heeft geboekt, maar niet daadwerkelijk van haar fiscaal resultaat heeft kunnen aftrekken wegens het bestaan van een fiscale verliespositie, na verplaatsing van haar statutaire zetel naar een andere lidstaat, in deze laatste lidstaat niet kunnen worden opgevoerd tenzij de waardestijgingen die achter de terugname schuilgaan op een onbeschikbare rekening van het passief worden geboekt. Voorts merkt de verwijzende rechter op dat het Hof in Aures Holdings heeft geoordeeld dat de leer van de definitieve verliezen, zoals ontwikkeld in het arrest Bevola en Jens W. Trock, niet toepasselijk is op de situatie van een vennootschap die na overbrenging van haar fiscale woonplaats van de ene naar een andere lidstaat, in deze laatste lidstaat verliezen wenst af te trekken die zij in de eerste lidstaat heeft geleden over een belastingtijdvak waarin deze eerste lidstaat als enige heffingsbevoegd was ten aanzien van de vennootschap.
Prejudiciële vragen:
Wordt de vrijheid van vestiging zoals gewaarborgd door artikel 49 VWEU geschonden door een nationale regeling zoals hier aan de orde in die mate dat zij tot gevolg heeft dat een Luxemburgse vennootschap die in Luxemburg waardeverminderingen op aandelen boekt en deze waardeverminderingen weliswaar principieel in mindering van haar fiscaal resultaat brengt, maar niet daadwerkelijk van haar fiscaal resultaat kan aftrekken wegens het bestaan van een fiscale verliespositie, na verplaatsing van haar statutaire zetel naar België, op de terugname van die waardeverminderingen in België wordt belast, tenzij de waardestijgingen die achter die terugname schuil gaan op een onbeschikbare rekening van het passief worden geboekt, terwijl een Belgische vennootschap die in België waardeverminderingen op aandelen heeft geboekt, op de terugname van die waardeverminderingen niet wordt belast, op voorwaarde dat de waardeverminderingen voorheen niet in mindering van het Belgisch fiscaal resultaat werden gebracht, zonder dat de waardestijgingen die achter die terugname schuil gaan op een onbeschikbare rekening van het passief moeten worden geboekt?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-405/18; C-650/16
Specifiek beleidsterrein: FIN