C-416/24 en C-417/24 On Air Media Professionals e.a.  

Contentverzamelaar

C-416/24 en C-417/24 On Air Media Professionals e.a.  

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     8 augustus 2024
Schriftelijke opmerkingen:                     25 september 2024

Trefwoorden: terugvordering staatssteun; rectificatie verordening; taalversies

Onderwerp: 
-    Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard: artikel 2, punt 18, onder a);
-    Verordening (EU) 2021/452 van de Commissie van 15 maart 2021 tot rectificatie van de Roemeense taalversie van Verordening (EU) nr. 651/2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
-    Verdrag betreffende de Europese Unie: artikel 55;
-    Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie: artikelen 288 en 358.

Feiten C-416/24 en C-417/24:
Verzoekende partij ‘On Air Media Professionals’ heeft een microsubsidie uit niet-terugvorderbare externe middelen ontvangen van verwerende partij. Verwerende partij heeft vervolgens terugvordering gevorderd van de gegeven staatssteun, omdat ‘On Air’ ten tijde van de toekenning van de steun niet voldeed aan de subsidiabiliteitsvoorwaarden. Het punt dat ter discussie staat in deze zaak is dat de verzoekende partij zich gebaseerd had op een Roemeense taalversie van verordening 651/2014, welke ten tijde van de terugvordering is gerectificeerd. In de Roemeense taalversie (voor de rectificatie) werd een regel omtrent de duur van het bestaan van een onderneming anders uitgelegd dan in de Engelse taalversie van de verordening. Door de rectificatie voldeed ‘On Air’ niet meer aan de voorwaarden voor de staatssteun.

Overweging C-416/24 en C-417/24:
De zaak gaat over een rectificatie van de officiële Roemeense taalversie van een verordening. Het is de vraag of de gerectificeerde versie vanaf de inwerkingtreding van de oorspronkelijke verordening met terugwerkende kracht wordt toegepast, of dat zij uitsluitend gevolgen heeft voor de toekomst. De verwijzende rechter voegt hier aan toe dat het onduidelijk is in hoeverre een begunstigde van staatssteun kan worden verweten dat hij niet alle taalversies van een verordening heeft gecontroleerd, om na te gaan of aan dezelfde onjuiste voorwaarden is voldaan als in de oorspronkelijke versie. Deze vraagt vloeit voort uit het feit alle taalversies gelijkelijk authentiek zijn.

Prejudiciële vragen voor C-416/24 en C-417/24:
1. Heeft de vaststelling van een verordening tot rectificatie van de officiële Roemeense taalversie van een verordening van de Europese Unie, namelijk verordening (EU) 2021/452 van de Commissie tot rectificatie van de Roemeense versie van verordening (EU) nr. 651/2014, tot gevolg dat de gerectificeerde versie vanaf de inwerkingtreding van de oorspronkelijke verordening met terugwerkende kracht wordt toegepast, of heeft zij uitsluitend gevolgen voor de toekomst, na de inwerkingtreding van de rectificatie, indien de nationale autoriteiten staatssteun hebben verleend overeenkomstig de voorwaarden van de oorspronkelijke Roemeense taalversie van verordening (EU) nr. 651/2014 en na de inwerkingtreding van verordening (EU) 2021/452 de terugvordering van de verleende staatssteun hebben gelast?

2. Brengt de gelijkwaardigheid van de taalversies van een verordening van de Europese Unie mee dat de nationale autoriteiten van een lidstaat ten aanzien van een begunstigde van staatssteun die overeenkomstig de oorspronkelijke Roemeense taalversie van verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie is toegekend, de bepalingen van verordening (EU) 2021/452 van de Commissie tot rectificatie van de Roemeense taalversie van verordening (EU) nr. 651/2014 kunnen inroepen om de terugvordering van de staatssteun te gelasten, indien de begunstigde van de steun geen schuld treft? 

3. Moeten het recht van de Europese Unie en met name de beginselen van bescherming van gewettigd vertrouwen en rechtszekerheid, aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen de terugvordering van staatssteun die is verleend met inachtneming van de voorwaarden die oorspronkelijk in de Roemeense taalversie waren gesteld, die echter niet in de andere taalversies van verordening (EU) nr. 651/2014 waren opgenomen, wanneer de rectificatie bij verordening (EU) 2021/452 na de toekenning van de staatssteun ook in de Roemeense taalversie tot stand is gekomen?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-283/81 CILFIT; C-422/19 Hessischer Rundfunk; C-297/19 Naturschutzbund Deutschland - Landesverband Schleswig-Holstein; C-372/88 Milk Marketing Board/Cricket St Thomas; C-428/02 Fonden Marselisborg Lystbådehavn; C-149/97 Institute of the Motor Industry; C-95/20 Varchev Finans; C-161/06 Skoma-Lux; C-376/02 Goed Wonen; C-349/17 Eesti Pagar

Specifiek beleidsterrein: EZ; BZ; JenV