C-417/14 RX van arrest T-401/11 P Missir Mamachi di Lusignano/Commissie
Voorstel tot heroverweging
Zie bijlage rechts voor de verwijizngsuitspraak Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie
Termijnen: Motivering departement: 26 september 2014 Schriftelijke opmerkingen: 19 oktober 2014 (n.b. één maand!) Trefwoorden: gerechtelijke procedure; eenheid/samenhang recht van de EU; (ambtenaren; zorgplicht werkgever; contractuele aansprakelijkheid)
Onderwerp: Statuut HvJEU; reglement procesvoering
De eerste AG bij het HvJEU heeft deze zaak voorgesteld voor ‘cassatie in het belang der wet’. Het betreft een uitspraak van het ambtenarengerecht (F-50/09), vernietigd door het Gerecht (T-401/11 P) over het door vader Livio Missir Mamachi di Lusignano ingestelde beroep wegens niet-contractuele aansprakelijkheid van de EU wegens de moord op zijn zoon Alessandro, ambtenaar bij de EURCIE. Vader Livio heeft vergoeding geëist van vermogens- en ideële schade op grond van de op de EURCIE als werkgever rustende beschermingsplicht. Het Gerecht van de EU oordeelde dat het Gerecht voor ambtenarenzaken zich onbevoegd had moeten verklaren aangezien voor zaken over een dergelijke vordering het Gerecht van de EU bevoegd is.
De vraag die voor de heroverweging wordt voorgelegd luidt als volgt: “Tast het arrest van het Gerecht van de Europese Unie, Missir Mamachi di Lusignano/Commissie (T-401/11 P, EU:T:2014:625), de eenheid of de samenhang van het recht van de Unie aan doordat dit Gerecht, als rechter in hogere voorziening, heeft geoordeeld dat het bevoegd is om als rechter in eerste aanleg uitspraak te doen op een beroep wegens niet-contractuele aansprakelijkheid van de Unie dat is gebaseerd op niet-nakoming door een instelling van haar plicht om haar ambtenaren te beschermen, dat is ingesteld door derden in hun hoedanigheid van rechthebbenden van een overleden ambtenaar alsmede in hun hoedanigheid van gezinsleden van deze ambtenaar, en dat strekt tot vergoeding van de door de overleden ambtenaar persoonlijk geleden immateriële schade en van de door deze derden geleden vermogens schade en ideële schade?”
Specifiek beleidsterrein: BZ