C-420/23 Faurecia

Contentverzamelaar

C-420/23 Faurecia

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    5 september 2023
Schriftelijke opmerkingen:                    22 oktober 2023

Trefwoorden: cash-pooling overeenkomst, leenovereenkomst, belastingvrijstelling, zegelrecht

Onderwerp: Artikelen 18, 63 en 65, lid 3, VWEU

Feiten:

Verzoekster is een handelsvennootschap die in handen is van de vennootschappen Faurécia Investments, S.A., met zetel in Frankrijk (99,99 %) en Financière Faurécia, S.A., eveneens met zetel in Frankrijk (0,01 %). De vennootschap Financière Faurécia, S.A. en de leden van de groep hebben een cash pooling-overeenkomst gesloten. Verzoekster heeft een leenovereenkomst ondertekend. Volgens deze overeenkomst is verzoekster in de onderhavige zaak de kredietverstrekker en is Faurécia Investments, S.A. de kredietnemer. Bij verzoekster werden vier controles van algemene strekking uitgevoerd. Verzoekster heeft zelf verschillende aangiftes gedaan en daarbij administratief beroep ingesteld tegen de aanslagen. Dit administratieve beroep is verworpen, verzoekster vordert vernietiging van de bestreden beslissing.

Overweging:

Verzoekster voert aan dat voorrang dient te worden gegeven aan de uitlegging dat de uitsluiting waarin is voorzien in artikel 7, lid 2, van het wetboek inzake zegelrecht (hierna: CIS) van de vrijstelling van artikel 7, lid 1, onder g), CIS in gevallen waarin de schuldenaar (kredietnemer) zijn zetel of daadwerkelijk bestuur niet in Portugal maar in een andere lidstaat van de Unie heeft, een niet te rechtvaardigen beperking van het door artikel 63 VWEU gewaarborgde vrije kapitaalverkeer vormt, zodat deze beperking overeenkomstig artikel 8, lid 4, van de Portugese grondwet geen toepassing mag vinden.

De verwijzende rechter merkt op dat artikel 7, lid 1, onder g), CIS, in de voor 2017 geldende versie, voorzag in de vrijstelling van het zegelrecht voor “financiële transacties. Artikel 7, lid 2, CIS beperkt de werkingssfeer van deze vrijstelling voor zover daarin is bepaald dat artikel 7, lid 1, onder g), CIS “niet geldt wanneer een van de partijen haar zetel of daadwerkelijk bestuur niet in Portugal heeft”. De wet voorziet evenwel in een uitzondering op de uitsluiting van de vrijstelling, namelijk in “gevallen waarin de schuldeiser zijn zetel of daadwerkelijk bestuur in een andere lidstaat van de Europese Unie heeft of in een staat waarmee Portugal een overeenkomst tot voorkoming van dubbele belasting over het inkomen en het vermogen heeft afgesloten, in dat geval blijft het recht op belastingvrijstelling bestaan.

Gelet op de wettelijke regeling is niet voorzien in een vrijstelling van het zegelrecht voor gevallen van cash pooling waarin de schuldeiser zijn zetel of daadwerkelijk bestuur in Portugal heeft en de schuldenaar ingezetene is van een lidstaat van de Europese Unie of van een staat waarmee Portugal een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten. Een dergelijke situatie kan leiden tot uitsluiting van de in artikel 7, lid 1, onder g), CIS voorziene vrijstelling. Gelet op deze regeling wordt de ingezetene van een lidstaat (in casu Frankrijk) de mogelijkheid ontnomen om in aanmerking te komen voor een eventuele niet-belasting van leningen die zijn aangegaan buiten het nationale grondgebied.

Prejudiciële vragen:

Verzetten de in de artikelen 18, 63 en 65 VWEU neergelegde beginselen van non-discriminatie en van vrij verkeer van kapitaal zich tegen artikel 7, lid 2, van de Código do Imposto do Selo (wetboek inzake het zegelrecht), volgens hetwelk de vrijstelling van het zegelrecht die geldt voor financiële verrichtingen op korte termijn, van toepassing is wanneer bij die financiële verrichtingen twee ondernemingen zijn betrokken die ingezetenen van Portugal zijn of wanneer de kredietnemer ingezetene van Portugal is (en de kredietverstrekker in de Europese Unie is gevestigd), maar niet wanneer de kredietnemer (schuldenaar) ingezetene van een lidstaat van de Europese Unie is en de kredietverstrekker (schuldeiser) ingezetene van Portugal is?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: Sandoz GmbH, C-439/97; C-484/93.

Specifiek beleidsterrein: FIN-FISC